Economie Begrippen Hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

Wat zijn arbeidsmotieven?

A

Redenen om te willen werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is brutoloon?

A

Het loon waarop nog niets is ingehouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent cao?

A

Collectieve arbeidsovereenkomst. Hierin staan de gezamenlijke afspraken over de arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is geschoold werk?

A

Werk waarvoor je een beroepsopleiding nodig hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is minimumloon?

A

Het loon dat je vanaf 21 jaar minstens moet verdienen in een voltijdbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is nettoloon?

A

Het loon dat je ontvangt en waar de inhoudingen al van af gehaald zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is zwart werk?

A

Betaald werk waarover je geen belasting of sociale premies betaalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is arbeidsverdeling?

A

Het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een Bv?

A

Besloten vennootschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een eenmanszaak?

A

Onderneming met één eigenaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een Nv?

A

Naamloze vennootschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn productiesectoren?

A

Indeling van productie en arbeid in primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een Vor?

A

Vennootschap onder firma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een zelfstandige?

A

Iemand die met een eigen onderneming zijn inkomen verdient.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een zzp’er?

A

Zelfstandige zonder personeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de arbeidsmarkt?

A

Het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.

17
Q

Wat is arbeidsparticipatie?

A

Het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort.

18
Q

Wat houdt de Algemene wet gelijke behandeling in?

A

Wet die het maken van onderscheid op basis van geslacht, religie, leeftijd of afkomst verbiedt.

19
Q

Wie behoort tot de beroepsbevolking?

A

Iedereen van vijftien jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is.

20
Q

Wat is een flexibele baan?

A

Je hebt alleen werk wanneer een bedrijfje nodig heeft.

21
Q

Wat is werkgelegenheid?

A

Alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid.

22
Q

Wat is conjuncturele werkloosheid?

A

Werkloosheid die het gevolg is van een daling van de vraag naar goederen en diensten door vermindering van koopkracht.

23
Q

Wat is frictiewerkloosheid?

A

Kortdurende werkloosheid omdat je tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden.

24
Q

Wat is regionale werkloosheid?

A

Werkloosheid die in bepaalde gebieden hoger is dan gemiddeld in het land.

25
Wat is seizoenwerkloosheid?
Werkloosheid doordat werk alleen in een deel van het jaar gedaan kan worden.
26
Wat is structurele werkloosheid?
Werkloosheid als gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie.
27
Wat is het UWV?
Overheidsinstelling die je helpt bij het zoeken naar een nieuwe baan en die beoordeelt of je recht hebt op een WW-uitkering.
28
Wat is werkloosheid?
Het aanbod van arbeid is groter dan de vraag ernaar.
29