echt laatst Flashcards
1
Q
veranderen
A
changer
2
Q
ontwikelen
A
créer
3
Q
wegnemen
A
enlever
4
Q
fabriceren
A
fabriquer
5
Q
moeten
A
falloir
6
Q
meten
A
mesurer
7
Q
wegen
A
peser
8
Q
producere
A
produire
9
Q
gebruik maken van
A
se servir de
10
Q
de adapter
A
l’adaptateur
11
Q
de knop
A
le bouton
12
Q
het gebruik
A
l’emploi
13
Q
activeren
A
activer
14
Q
drukken op
A
appuyer sur
15
Q
aansluiten
A
brancher