E1.4 Hardware Flashcards

1
Q

kernapparaat

A

processor en het interne geheugen van de computer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

randapparatuur

A

alle andere hardware, van communicatiechips tot touchscreen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

printplaat

A

hierop zit een doolhof van chips, verbindingen en aansluitingspunten voor onderdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

moederbord

A

de grootste hardware-interface in een computer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

system-on-a-chip (SOC)

A

verschillende hardware-onderdelen geïntegreerd op een chip in plaats van afzonderlijk aangesloten op het moederbord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

multiprocessorsystemen

A

grotere computers met meerdere processoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mukticoreprocessor

A

De processor bestaat uit verschillende kernen, die apart van elkaar instructies kunnen verwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

multitasking

A

Hierdoor kan de computer meerdere taken tegelijk uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

processor

A

De processor is het hart van een computer, maar werkt alleen als hij instructies krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Read Only Memory

A

een gedeelte van het interne geheugen. Hierin staan gegevens die alleen gelezen (‘read only’) kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

EEPROM

A

De chips die je in het ROM aantreft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

flashgeheugen

A

met elektrische spanning kunnen gegevens gewist worden en nieuwe gegevens toegevoegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

BIOS (Basic Input/Output System)

A

de gegevens die de computer nodig heeft om met de belangrijkste randapparaten (extern geheugen, toetsenbord en dergelijke) te kunnen werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

POST (Power On Self Test)

A

wanneer de computer opstart, worden de processor, het geheugen en een aantal andere zaken getest. Deze tests worden samen POST genoemd. Het POST-programma wordt in gang gezet door het BIOS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Setup

A

als je tijdens het opstarten van de computer een bepaalde toets of toetsencombinatie indrukt, kom je in de ‘setup’. Dat is een programma dat allerlei menu’s op het scherm weergeeft. Met deze menu’s kun je de gegevens in het BIOS op een eenvoudige manier veranderen. De nieuwe instellingen worden vervolgens naar de EEPROM weggeschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Random Access Memory

A

het type geheugen dat nauw samenwerkt met de processor

17
Q

gyroscoop

A

meet in welke stand een apparaat zich bevindt en kan dus bepalen hoe je je smartphone vasthebt

18
Q

gps-chip

A

smartphone zijn locatie bepalen op 3 tot 5 meter

19
Q

Actuatoren

A

de hardware-onderdelen die zorgen voor de output.