E1.2 Het lagenmodel herkennen Flashcards

1
Q

Local Area Network of LAN

A

netwerk binnen gebouw dat draadloos via WiFi of bedraad via netwerkkabel beschikbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fysieke laag internet

A

hardware: kabels, signaalvormers, apparaten die datastroom regelen, servers, clients

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

logische laag internet

A

software: router die alle binnenkomende date de juiste kan opstuurt in het netwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

netwerkprotocollen

A

afspraken over de manier waarop data getransporteerd moet worden en hoe apparaten binnen een netwerk te vinden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

internet protocol (ip)

A

beschrijft hoe elk apparaat in een netwerk een ander adres krijgt, zodat het bereikbaar is (ip-adres)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hyper Text Transfer Protocol (HTTP)

A

gaat over de manier waarop websites via internet kunnen worden bezocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Toepassingenlaag internet

A

alle websites en applicaties die gebruikmaken van internet of tot een lokaal netwerk behoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

clients

A

gebruikers van de site of app

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

servers

A

apparaten die deze klanten bedienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly