Dutchies To Be Flashcards
Sprawa
Het geval
Opowieść
Het verhaal
Temu (ago)
Geleden
Decydować
Bepalen
Beslissen
Oferować coś
Aanbieden
Aanbiedend
Aangeboden
Ekscutujace
Spannend
Wzgórze
De heuvel
Już
Al
Być przyzwyczajonym
Gewend zijn
Spędzać czas
Doorbrengen
Doorbracht
Doorgebracht
Czyć pociaganie
Aantrekken voelen
Aangetrokken voelde
Na wiele sposobów
In meerdere opzichten
Aan binnenkant, aan de linker kant
W sródku, w lewym kacie
Połaczony
Verbonden
Być świadomym czegoś
Zich ervan bewust zijn
Na zawsze
Eeuwig
Zapraszać
Uitnodigen
Z
Vanaf
Przybyć
Aankomen
Kwam aan
Aangekomen
Być głodnym
Trek hebben
Brakować
Ontbreken
Ontbrak
Ontbroken
Czuć się swobodnie
Op zich gemak voelen
Poręcz
De reling
Zauważyć
Merken
Merkte
Gemerkt
Talia
Het middel
Położyć
Leggen
Legde
Gelegd
Znikać
Verdwijnen
Verdween
Verdwenen