Dutch Vocab Flashcards
Volgende
Next one
Gisteren
Yesterday
Vrij
Free
Volgorde
Order
Vorig
Last
Afgelopen
Ended (past)
Elkaar
Each other
Voor
In front of
Feest
Party
Graag
With pleasure
Tijd
Time
Verjaardag
Birthday
Land
Country
Stad
City
Opschieten
Hurry up
Moet
Must
Klaar
Finished
Alweer
Again (already)
Eindigt
Ends
Gezondheid
Health
Medisch
Medical
Rooster
Schedule
Openbaar vervoer
Public transport
Vakantie
Vacation
Bushalt
Bus stop
Vaak
Often
Achternaam
Last name
Huisarts
Family doctor
Verjaardagskaarten
Birthday cards
Het lokaal
The classroom
Niemand
No one
Docente
Teacher
Afspraak
Appointment
Natuurlijk
Of course!
Cursisten
Students
Lopen
Walk
Staan
Stand
Zitten
Sit
Praktijkplek
Practice place
Opdrachten
Assignments
Graag gedaan
You’re welcome
Bladzijde
Page
Wie
Who
Wat
What
Waar
Where
Hoe
How
Waneer
When
Waarom
Why
Misschien
Maybe
Net
Just
Gelijk hebben
Being right (equal have)
Wakker
Awake
Thuis
Home
Te
To
Door de week
On weekdays
Gisteren
Yesterday
Kiezen
Choose
Of
Or
Zoet
Sweet
Heerlijk
Heel lekker
Hartig
Savory
Pinda
Peanut
Zuur
Sour
Gelijk hebben
I’m right