Dutch - Guide for Beginners Flashcards
gesprek
conversation
eigenlijk
really
weten
to know
moet
must
belangrijk
important
zinswendingen
phrases
oefeningen
exercises
leestekst
reading text
hier
here
dit
this
dat
that
steen
stone
met
with
boek
book
boot
boat
tot
until
kaas
cheese
minuut
minute
muur
wall
bus
bus
deur
door
trein
train
huis
house
koud
cold
de
the
aardig
nice
vrolijk
cheerful
kat
cat
pak
suit
tas
bag
lach
laugh
schip
ship
wat
what
wreed
cruel
vis
fish
man
man
maan
moon
paard
horse
brief
letter
huizen
houses
brieven
letters
Belgie
Belgium
naam
name
mijn
my
wie
who
niet
not
waar
true
komen
to come
allebei
both
Engeland
England
Schotland
Scotland
vrouw
woman
ja
yes
nee
no
antwoord
answer
welk
which
goedemorgen
good morning
goedenavond
good evening
goedemiddag
good afternoon
wanneer
when
jullie
you (familiar plural)
getrouwed
married
volwassen
mature, adult, grown-up
gescheiden
separated
vreemd
strange
talen
languages