dutch 101a Flashcards
1
Q
maandag
A
monday
2
Q
dinstag
A
Tuesday
3
Q
woensdag
A
Wednesday
4
Q
donderstag
A
thursday
5
Q
vrijdag
A
friday
6
Q
zaterdsag
A
saturday
7
Q
zondag
A
sunday
8
Q
vandaag
A
today
9
Q
morgen
A
tomorrow
10
Q
overmorgen
A
the day after tomorrow
11
Q
gistern
A
yesterday
12
Q
eergisteren
A
the day before
13
Q
dag
A
day
14
Q
werkdag
A
working day
15
Q
feestdag
A
public holiday
16
Q
verlofdag
A
day off
17
Q
weekend
A
weekend
18
Q
de hele dag
A
all day long
19
Q
de volgende dag
A
the next day
20
Q
twee dagen geleden
A
two days ago
21
Q
aan de vooravond
A
the day before
22
Q
dag, dagelijks
A
daily
23
Q
elke dag
A
every day
24
Q
de lente
A
spring
25
de winter
winter
26
de zomer
summer
27
de herfst
autumn
28
vervoeging
to fill up
29
de zin
sentence
30
waarschijnlik
probably
31
lopen
to go
32
school
school
33
misschein
maybe
34
na
after
35
iedere dag
every day
36
want
because
37
ver weg
far away
38
zich bemoeien met iets
deal with something/get busy with
39
project
project
40
voor
for
41
voorbereiden
to prepare
42
met ons
with us
43
gevierd
to party
44
spelen
to play
45
horen
to hear
46
bioscoop
cinema
47
waar
where
48
warum
why
49
wie
who
50
wanneer
when
51
waat
what
52
hue
now
53
welke
which
54
zal
shall
55
het cijfer
figure
56
de krant
newspapers
57
aachter
behind
58
de straat
the street
59
angeever
about
60
woonsplaat
live place
61
sons
sometimes
62
zitten
to sit
63
kijken
to look
64
krant
newspapers
65
de huisarts
doctor/GP
66
de dochter
daughter
67
het jaar
the year
68
de familie
family
69
geven
to give , FOR EXAMPLE TO GIVE HEAD lol
70
het kind
child
71
heten
to be called
72
op
on
73
komen
to come
74
de naam
the name
75
niew
new
76
nu
now
77
goetkoop
cheap
78
de autorijles
driving licence
79
het nummer
number
80
vandaan
away from
81
met
with
82
de zoon
son
83
werken
to work
84
antwoorden
answer
85
de zus
sister
86
het antwoord
answer
87
luisten
to listen to
88
bedank
to thank
89
meedoen
participate
90
bij
at
91
binnen kommen
to enter
92
schrijven
to write
93
wie
who
94
vraag
question
95
bellen
to call
