duitsland in europa begrippen Flashcards
sociaaldemocraten
aanhangers van de spd een duitse politieke partij. zij maakten deel uit van de regering van de republiek van weimar die de wapenstilstand en de vrede van versailles ondertekende
conservatieven
aanhangers van politieke partijen die een bestaande toestand zoveel mogelijk wilden behouden/ oude toestand wilden herstellen
parlementaire democratie
vorm van bestuur waarbij de gekozen volksvertegenwoordiging het laatste woord heeft
verdrag van versailles
vredes verdrag met duitsland 1919. veel duitsers beschouwden dit verdrag als een dictaat het werd opgelegd door de overwinnaars
dolkstootlegende
het verhaal dat niet op historische gronden berustte dat het duitse leger tijdens de eerste wereldoorlog figuurlijk met een dolk in de rug was gestoken door aanhangers van linkse politieke stromingen. aanhangers van rechtse extreme partijen vonden dat duitsland de oorlog had verloren door de revolutie van november 1918 en de oprichting van de democratie
dawesplan
amerikaans plan dat zorgde voor een tijdelijk lagere aflossing van de herstelbetalingen door duitsland en kortetermijnleningen aan duitsland waardoor de duitse economie zich kon herstellen vanaf 1924
herstelbetalingen
betalingen die duitsland vanaf 1919 moest voldoen om de in de eerste wereldoorlog aangerichte schade te vergoeden
beurskrach
term voor het ineenstorten van de aandelenbeurzen in newyork in 1929
economische crisis
toestand van de economische achteruitgang die gepaard gaat met stijgende werkloosheid
NSDAP
national sozialistische deutche arbeiter partei oftewel hitlers partij
antisemitisch
vijandig tegenover joden
rijksdagbrand
brand in het gebouw waar de duitse volksvertegenwoordiging vergaderde op 27 februari 1933
machtigingswet
een wet waarbij het duitse parlement de regering-hitler voor vier jaar volmachten gaf om de crisissituatie te bestrijden
rijkskanselier
premier in de republiek weimar
republiek van weimar
naam voor duitsland tussen 1918 en 1933 met een republiek als staatsvorm en als bestuursvorm een parlementaire democratie
totalitaire regime
een regering/partij die probeert het leven van de mensen volledig te beheersen van vroeg tot laat en van wieg tot graf
terreur
schrikbewind om tegenstanders uit te schakelen en anderen in de pas te laten lopen
propaganda
alles wat wordt gedaan om aanhangers te winnen voor een ideaal/standpunt
nazificeren
opnieuw inrichten van de samenleving volgens de idealen van de nationaalsocialisten
volksgemeinschaft
nationaalsocialistisch ideaal van een raszuivere hechte en harmonieuze gemeenschap van echte duitsers. joden hoorden daar niet bij