Duits trede 7 niet ken Flashcards
1
Q
Terwijl
A
Während
2
Q
Want
A
Denn
3
Q
Sommige
A
Einige
4
Q
Evenals
A
Sowie
5
Q
Behalve
A
Außer
6
Q
Daarom, dus
A
Somit
7
Q
Echter
A
Allerdings
8
Q
Serieus
A
Ernst
9
Q
Een of andere manier
A
Irgendwi
10
Q
Anders
A
Sonst
11
Q
Alleen maar
A
Nur
12
Q
Weliswaar
A
Zur
13
Q
Om het even, maakt niet uit
A
Egal
14
Q
Bovendien
A
Zudem