Duits moelijk Flashcards
1
Q
het jack, vest
A
die Jacke, die Jacken
2
Q
de maat
A
die Größe, die Größen
3
Q
het T-shirt
A
das T-Shirt, die T-Shirts
4
Q
het uiterlijk
A
das Aussehen
5
Q
mogen
A
dürfen
6
Q
uittrekken
A
ausziehen, ausgezogen
7
Q
gerade
A
net
8
Q
häufig
A
vaak
9
Q
gelingen
A
lukken, voor elkaar krijgen
10
Q
ziemlich
A
nogal, tamelijk
11
Q
begeistert
A
enthousiast
12
Q
kompliziert
A
ingewikkeld