Duits Hoofdstuk 1 Flashcards
der Ehrgeiz
de ambitie
versuchen
proberen
zuhoren
luisteren
auẞerdem
bovendien
de woorden leren
die Vokabein lernen
das Ziel
het doel
das Zimmer
de kamer
leicht
gemakkelijk
het tijdschrift
die Zeitschrift
das gebaude
het gebouw
de opdracht begrijpen
die Aufgabe verstehen
de koffer
der Koffer
jedes Jahr
elk jaar
passieren
gebeuren
gemeinsam
samen
sich kummen um
zorgen voor
de portemonee
das Portemonnaie
sich entscheiden
beslissen
rechtzeitig
op tijd
gehoren zu
behoren tot
de reistas
die Reisetasche
de zaklamp
die Tashenlampe
het mobieltje
das Handy
wach
wakker
verpassen
missen
vorne
voornaam
de zonnebril
die Sonnenbrille
schade
jammer
der Eintritt
de entree
auẞer
bevalve
die Sehenswurdigkeit
de bezienswaardigheid
stattfinden
plaatsvinden
der Ternim
de afspraak
die offentlichen Verkehrsmittel
het openbaar vervoer
de oefening uitleggen
die Ubung erklaren
der Fluss
de rivier
traumhaft
fantastisch
der Schritt
de stap
der Flughaven
het vliegveld
die Nahe
de buurt
bestimmen
bepalen
weit
ver
unten
beneden
erhalten
krijgen, ontvangen
de handdoek
das handtuch
obwohl
hoewel
erlaubt sein
toegestaan zijn
zu zweit
in tweetallen
huiswerk maken
Hausaufgaben machen
de slaapzak
der Schlafsack
deswegen
daarom
een zin vertalen
ein Satz uberzetsen
een fout maken
einen Fehler machen
bijles krijgen
Nachhilfe bekommen
de zonnebrandcreme
die Sonnencreme
der Platz
de plaats, de plek
de tent
das Zeit
het luchtbed
die Luftmatratze
recht haben
gelijk hebben
sich etwas uberlegen
ergens over nadenken
als
toen
iets uit het hoofd leren
etwas auswendig lernen
hinten
achteraan
leise
zachtjes
die Sachen
de spullen
oben
boven
benutzen
gebruiken
het rapport krijgen
das Zeugnis bekommen
ordentlich
netjes
Easter egg
Als je deze vind, je bent goed bezig