duits 1 kapitel 1 hfst 3 Flashcards
1
Q
sich ansehen
A
kijken naar
2
Q
kijken naar
A
sich ansehen
3
Q
bereits
A
al
4
Q
al
A
bereits
5
Q
leider
A
helaas
6
Q
helaas
A
leider
7
Q
sogar
A
zelfs
8
Q
zelfs
A
sogar
9
Q
die sportart
A
de sportsoort
10
Q
de sportsoort
A
die sportart
11
Q
das tor
A
de goal/ het doelpunt
12
Q
de goal/ het doelpunt
A
das tor
13
Q
der traumberuf
A
het droomberoep
14
Q
het droomberoep
A
der traumberuf
15
Q
der verein
A
de vereniging