Dossier 4 - En route 1 Flashcards
1
Q
een sfeer
A
une ambiance
2
Q
het vermaak, het amusement
A
l’amusement
3
Q
een rommelmarkt, een markt
A
une braderie
4
Q
een carnavalist
A
un carnavalier
4
Q
het carnaval
A
le carnaval
5
Q
een ceremonie, een plechtigheid
A
une cérémonie
6
Q
een stoet
A
un cortège
7
Q
een corvee, een vervelend werkje
A
une corvée
7
Q
een kostuum
A
un costume
8
Q
een kermis
A
une foire
9
Q
een festival
A
un festival
10
Q
de folklore
A
le folklore
11
Q
een patrimonium, een erfgoed
A
un patrimoine
11
Q
een kerstmarkt
A
un marché de Noël
12
Q
een masker
A
un masque
13
Q
een processie
A
une procession
14
Q
een erkenning
A
une reconnaissance
15
Q
een bedanking
A
un remerciement
16
Q
een offer
A
un sacrifice
17
Q
een trommelaar
A
un tamboureur
17
Q
een trommel
A
un tambour
18
Q
een traditie
A
une tradition
18
Q
een spoor
A
une trace
19
Q
aangenaam, gezellig
A
agréable
19
aantrekkelijk
attirant(e)
19
druk
animé(e)
19
ideaal
idéal(e)
20
aantrekkelijk
attrayant(e)
20
beroemd
célèbre
20
carnavalesk, van carnaval
carnalvalesque
20
folkloristisch
folklorique
21
centraal
central(e)
21
opwindend
excitant(e)
21
passend, geschikt
convenable
22
gezellig
convivial(e)
22
schrikwekkend
effrayant(e)
23
ontspannen
détendu(e)
24
familiaal
familial(e)
25
sprookjesachtig
féérique
25
immaterieel, onstoffelijk
immatériel / immatétielle
25
wazig
flou(e)
26
sfeervol
plein(e) d'ambiance
26
naïef
naïf / naïve
27
voorbijtrekken, defileren
défiler
28
traditioneel
traditionnel / traditionnelle
28
vorig, voorafgaand
précédent(e)
29
elders
ailleurs
29
ontspannend, rustgevend
relaxant(e)
29
essentieel, grondig
fondamentalement
30
zich voegen bij
se joindre
30
geboren worden
naitre
30
aantrekken
enfiler
30
dwaas, bespottelijk
ridicule
31
zich vermommen, zich verkleden
se déguiser
31
noodzakelijkerwij
forcément
31
zeker
certainement
32
eerlijk gezegd
franchement
33
onder andere
notamment
34
echt
réellement
35
samenbrengen, verzamelen
mettre en commun
36
de traditie verderzetten
renouer avec la tradition