dossier 1 enr 2 Flashcards
1
Q
een toegang
A
un accès
2
Q
een oplichting
A
une arnaque
3
Q
een toegangsaccount
A
un compte d’accès
4
Q
een zender
A
un émetteur
5
Q
de phishing, de internetfraude
A
l’hameçonnage, le phishing
6
Q
een wachtwoord
A
un mot de passe
7
Q
de echtheid
A
la vraisemblance
8
Q
van de bank, bank -
A
bancaire
9
Q
twijfelachtig
A
douteux, douteuse
10
Q
frauduleus, bedrieglijk
A
frauduleux, frauduleuse
11
Q
onwettig
A
illégitime
12
Q
wettig
A
légitime
13
Q
preventief, voorzorgs-
A
préventif, préventive
14
Q
verdacht
A
suspect(e)
15
Q
waakzaam
A
vigilant(e)
16
Q
klikken
A
cliquer
17
Q
aandringen om, aansporen tot
A
inciter à
18
Q
komen van
A
provenir de
19
Q
beveiligen
A
sécuriser
20
Q
zich beschermen
A
se protéger
21
Q
proberen te
A
tenter de
22
Q
klacht indienen bij
A
déposer plainte auprès de
23
Q
bezwaar indienen bij
A
faire opposition auprès de
24
Q
zich voordoen als, imiteren
A
usurper l’identité
25
ter hulp komen
venir en aide
