Doctor Flashcards
1
Q
cold(to have cold)
A
verkouden
2
Q
to reschedule
A
verzetten
3
Q
free
A
vrij
4
Q
the father
A
de vader
5
Q
to speak
A
spreken
6
Q
to be sorry
A
spijten
7
Q
the pain
A
de pijn
8
Q
to pass
A
overgaan
9
Q
again
A
opnieuw
10
Q
the moment
A
het ogenblik
11
Q
the moment
A
het moment
12
Q
possible
A
mogelijk
13
Q
the line
A
de lijn
14
Q
the fever
A
de koorts
15
Q
the sore throat
A
de keelpijn
16
Q
the throat
A
de keel
17
Q
to cough
A
hoesten
18
Q
the degree
A
de graad
19
Q
the patience
A
het geduld
20
Q
actually
A
eigenlijk
21
Q
the day
A
de dag
22
Q
to bring
A
brengen
23
Q
burden
A
last
24
Q
do
A
doet
25
sit
zit
26
full
vol
27
hour
uurtje
28
general practitioner
Huisartsenpraktijk
29
degrees
graden
30
give
geef
31
missed
gemist
32
excuse
smoes
33
the pharmacy
de apotheek
34
the leaflet
de bijsluiter
35
the box
de doos( het doosje)
36
the dosage
de dosering
37
the drugstore
de drogist
38
the use
het gebruik
39
the private label
het huismerk
40
young
jong
41
the side
de kant
42
the age
de leeftijd
43
de diaper
de luier
44
only
maar
45
maximally
maximaal
46
the drug
het medicijn
47
the brand
het merk
48
the milligram
de milligram
49
next to
naast
50
the nose
de neus
51
the nasal spray
de neusspray
52
according to
volgens
53
the painkiller
de pijnstiller
54
to try
proberen
55
the prescription
het recept
56
the back
de rug
57
furthur
verder
58
the difference
het verschil
59
awake
wakker
60
the toilet paper
het wc papier
61
the son
de zoon( het zoontje)
62
heavy
zwaar
63
the alcohol
de alcohol
64
to save
bewaren
65
the side effect
de bijwerking
66
the breastfeeding
de borstvoeding
67
above
boven
68
the contact
het contact
69
very
erg
70
the glass
het glas
71
to run
hardlopen
72
to take
innemen
73
the knee
de knie
74
last
laatst
75
times
maal
76
the meal
de maaltijd
77
the night
de nacht
78
the pill
de pil
79
the sleeping pill
de slaappil
80
the stress
de stress
81
the tablet
de tablet
82
at the same time
tegelijk
83
during
tijdens
84
the packaging
de verpakking
85
the pregnancy
de zwangerschap
86
