1- Een formulier invullen Flashcards
1
Q
the Address
A
het adres
2
Q
april
A
april
3
Q
the email address
A
het e-mailadres
4
Q
the form
A
het formulier
5
Q
the date of birth
A
de geboortedatum
6
Q
born
A
geboren
7
Q
the municipality
A
de gemeente
8
Q
the townhall
A
het gemeentehuis
9
Q
good morning
A
goedemorgen
10
Q
to help
A
helpen
11
Q
to fill in
A
invullen
12
Q
can
A
kunnen
13
Q
the man
A
de man
14
Q
sir
A
menner
15
Q
mobile
A
mobiel
16
Q
A
17
Q
new
A
nieuw
18
Q
the postcode
A
de postecode
19
Q
you ( formal)
A
u
20
Q
your ( formal)
A
uw
21
Q
the woman
A
de vrouw
22
Q
the place of residence
A
de woonplaats
23
Q
will
A
zullen
