diabetes college 1 Flashcards

1
Q

wat is diabetes?

A

een stofwisselingsziekte primair gekenmerkt door teveel glucose in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de criteria voor diagnose DM?

A

twee nuchtere plasmaglucose >7,0 mmol/l op twee verschillende dagen
willekeurige plasmaglucose waarde >11,1 in combinatie met klachten passend bij hypers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is hyperglykemie?

A

een te hoog glucosegehalte in het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke type diabetes heb je?

A
type 1
type 2
LADA
MODY
zwangerschapsdiabetes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is diabetes type 1

A

een auto-immuunziekte waarbij de bètacellen worden aangevallen. Hierdoor maken de patiënten geen insuline meer aan en kunnen ze geen glucose meer opnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is diabetes type 2

A

Het lichaam maakt nog wel insuline aan, maar het lichaam is er verminderd gevoelig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer wordt type 1 gediagnosticeerd

A

vaak op jonge leeftijd. Ze komen met ernstige klachten in het ziekenhuis en vaak veel gewichtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer wordt type 2 gediagnosticeerd

A

vaak pas op latere leeftijd. Gaat geleidelijk en vaak met weinig klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is LADA

A

ontwikkeld zich trager waardoor het vaak verward wordt met type 2. Net als bij type 1 vernietigd het immuunsysteem je bètacellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is MODY?

A

MODY is een erfelijke vorm van diabetes. Er is een afwijking in het DNA. Kan verward worden met zowel type 1 als type2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn oorzaken van type 1?

A
genetische aanleg
virussen
gluten
geen borstvoeding
keizersnede
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn oorzaken van type2?

A
erfelijkheid
ongezonde leefstijl:
- roken
overgewicht
roken --> verhoogde kans op complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn klachten van een hyper?

A
moeheid
slaperigheid
droge tong
vaak plassen
dorst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn klachten van een hypo?

A
wisselend humeur
hoofdpijn
bleekheid
honger
zweten
duizeligheid
beven
slecht zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is normale beloop van glucose en insuline concentratie?

A

bij het eten stijgt glucose inname en insuline siegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn microvasculaire complicaties?

A

schade aan de kleine bloedvaten?
- retinopathie
nefropathie
neuropathie

17
Q

wat zijn macrovasculaire aandoeningen?

A

hart- en vaatziekten. Versnelde atherosclerose in de slagaders verhoogd het risico op:
hartinfarct
vaatlijden benen
vaatlijden hersenen (beroerte, vasculaire dementie)

18
Q

wat is retinopathie?

A

schade aan het netvlies van het oog. Kleine bloedvaatjes gaan woekeren, omdat ze opzoek gaan naar zuurstof

  • 1 a 2 jaarlijks onderzoek
  • foto’s (fundoscopie)
  • therapie is laserbehandeling en stabiliseren van de glucosewaarde
19
Q

wat is nefropathie?

A

schade aan de nieren. Krijgt pas klachten als de nieren heel erg aangetast zijn
jaarlijkse urine controle op microalbumine
therapie: RAAS remming, glucosewaarde normaliseren, zout beperking

20
Q

wat is neuropathie?

A

de zenuwen worden aangetast ziet vaak dat de voeten een verminderd gevoel hebben en wondjes niet genezen.

21
Q

welke risicofactoren spelen een rol bij het krijgen van complicaties?

A

duur van diabetes
instelling van diabetes
overgewicht, roken, hoge cholesterol,
mate van insulineresistentie

22
Q

wat zijn cerebrale complicaties?

A
cognitieve functies
dementie
affectieve stoornissen (meer kans op depressie)
- therapietrouw
acceptatie problematiek
23
Q

kenmerken diabetische ketoacidoce

A
snel ontstaan klachten
misselijkheid
buikpijn
verminderd bewustzijn
snelle ademhaling
acetongeur
uitdrogingsverschijnselen