Desinfecteren Flashcards

1
Q

Wat moet de ideale desinfectans hebben

A
  • Alle pathogene en micro-organisme doden.
  • Het te desinfecteerde materiaal niet beschadigen.
  • Niet giftig zijn
  • Snel werken en diep doordringen.

(dit middel bestaat helaas niet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar zijn desinfectans vooral werkzaam tegen?

A

Actief delende micro-organisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan het dat sommige desinfectans virussen doden?

A

Ondanks dat virussen geen stofwisseling hebben kunnen sommige desinfectie ze toch doden. Dit doen ze door bij een virus de eiwitten van de mantel aan te tasten waardoor het virus doodgaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kun je zien of een middel is toegestaan?

A

www.ctgb.nl op deze website kan je zien of een desinfectie middel een toegelaten middel is
en
Toegelaten middelen hebben een REG NL-nummer op de verpakking staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe dood je worm eieren?

A

Je kan ze niet met desinfectie doden.

Je hebt hiervoor een ammoniumoplossing nodig. Het gebruik hiervoor kan je het beste aan professionals overlaten. Omdat er bij gebruik een ammoniak geur vrijkomt, moet je beschermende kleding dragen en een gasmasker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe verwijder je prionen?

A

Omdat prionen ongevoelig zijn voor reiniging, desinfectie en sterilisatie is het noodzakelijk om de besmette spullen direct te vernietigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar moet je rekening mee houden als je met desinfectans werkt?

A
  • Hoeveelheid verontreiniging.
  • Welk micro-organisme je wilt doden.
  • Concentratie
  • Tempratuur (werkt beter bij hogere tempraturen)
  • Inwerkingstijd (minstens 30 tot 60 seconden)
  • Oppervlak (ruw is minder makkelijk schoon te maken dus daar laat je het langer inwerken of gebruik je een hogere concentratie).
  • Drogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eiwitfout

A

Als er te veel verontreiniging is dan is het desinfectans vaak niet sterk genoeg om alle pathogenen micro-organisme te doden.

Om dit te voorkomen is het goed om eerst te reinigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Resistentie

A

Ongevoeligheid voor de werking van bijv. bestrijdingsmiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar moet je rekening mee houden als je desinfectans gebruik met een bepaalde concentratie?

A
  • Het moet niet te weinig zijn want dan heeft het geen effect of werkt het veel minder goed.
  • Als je op een vochtig oppervlakte werkt dan wordt het verdund door dat vocht. (daardoor daalt de concentratie). Dus reinig eerst.
  • Denk aan de werking op oudere micro-organisme die minder snel delen (desinfectie werkt vooral goed op snel delende micro-organisme).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de volgorde van reinigen en desinfecteren?

A
  • Grofvuil verwijderen.
  • Reinigingsoplossing maken.
  • Reinigen, spoelen met water en daarna overtollig water verwijderen.
  • Desinfectieoplossing maken, aanbrengen en laten in werken.
  • Naspoelen met water.
  • Drogen aan de lucht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Alcohol

A

Tegen: bacteriën en virussen.

Voor: mens, dier en de omgeving.

Op onbeschadigde huid.

(meest gebruikte is ethanol in een concentratie van 70 tot 80 procent).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Chloor

A

Tegen: bacteriën en virussen

Voor: omgeving.

NIET op onbeschadigde en beschadigde huid gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Jodium/Jodoforen

A

Tegen: bacteriën, virussen, schimmels en gisten.

Voor: mens, dier en omgeving.

Op onbeschadigde huid.

(Jodoforen) op beschadigde huid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Chloorhexidine (0,05%)

A

De verdunde Chloorhexidine

Tegen: bacteriën en gisten.

Voor: mens, dier en omgeving.

Op onbeschadigde en beschadigde huid (NIET in gewrichten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Formaline

A

Tegen: bacteriën, virussen, schimmels en gisten.

Voor: omgeving.

NIET op onbeschadigde en beschadigde huid gebruiken.

17
Q

Quaternaire ammoniumverbindingen

A

Tegen: bacteriën

Voor: mens en dier.

Op onbeschadigde huid

18
Q
A
19
Q

Fenolen

A

Tegen: bacteriën

Voor: omgeving

20
Q

Peroxiden (3%)

A

Tegen: bacteriën (bacterie sporen), virussen, schimmels en gisten.

Voor: mens, dier en omgeving.

Op onbeschadigde huid.

21
Q

Nadeel van alcohol

A

Het is licht ontvlambaar. alleen op kleine oppervlakte gebruiken minimaal 0,5 m2.

Beter niet op beschadigde huid omdat ze het genezingsproces vertragen door ook gezonde cellen te doden.

22
Q

Desinfectie

A

Ontsmetten

(het doden van micro-organisme en parasieten op een oppervlak of materiaal).

23
Q

Wat is het doel van Desinfectie

A

Het voorkomen dat infectieziektes verspreid worden.

24
Q

Welke micro-organisme zijn niet gevoelig voor desinfectie?

A

Sporen, bacteriën, oöcysten, protozoen en veel wormeieren.

25
Q

Wanneer kan je het beste desinfecteren?

A

Het is niet altijd nodig om te desinfecteren omdat je ook goede micro-organisme daarmee dood.

Je kunt het beste alleen desinfecteren als iets besmet of mogelijk besmet is met urine, ontlasting of bloed.