Défi 6 (NE-FR) Flashcards
Een jeugdherberg
Une auberge de jeunesse
Een bagageruimte
Une bagagerie
Het laagseizoen
La baisse saison
Een alcoholisch drankje
Une vision alcoolisée
Een automaat
Un distributeur
Een laken
Un drap
Het hoogseizoen
La haute saison
De verhouding prijs kwaliteit
Le rapport qualité-prix
Een steegje
Une ruelle
De rust
La tranquillité
Gemeenschappelijk
Commun, commune
Gezellig, warm
Convivial, conviviale
Smal
Étroit, étroite
Beginnen, starten
Démarrer
Eisen
Exiger
Garanderen
Garantir
Toezien op, waken over
Veiller à
Heeft u zin om?
Ça vous dit de + inf. ?
Tot uw beschikking stellen
Mettre à votre disposition
In het hartje van
Au cœur de
In half pension
En demi-pension
In vol pension
En pension complète
Daarentegen
En revanche
Dagelijks
Quotidiennement
Een hoofdstad
Une capitale
Alomtegenwoordig
Omniprésent, omniprésente
Zich verdiepen in, zich onderdompelen in
Se plonger dans
Een ziel
Une âme
Een graaf, gravin
Un comte, une comtesse
Een ontwerper, een ontwerpster
Un créateur, une créatrice
Een schreeuw, een kreet (2)
Un cri, un hurlement
De duivel
Le diable
Een riool
Un égout
Een raadsel
Un énigme