défi 5 Flashcards
een onthaal, een ontvangst
un accueil
een leerproces
un apprentissage
een medehuurder, een medehuurster
un colocataire, une colocataire
een gewoonte, een gebruik
une coutume
een uitwisseling
un échange
de faculteit, de universiteit
la fac (la faculté)
een onderdompeling
une immersion
een misverstand
un malentendu
de rijpheid, de volwassenheid
la maturité
een levensstijl
un mode de vie
een dieet
un régime alimentaire
ontspannen
détendu, détendue
verrijkend
enrichissant, enrichissante
veeleisend
exigeant, exigeante
rijp, volwassen
mûr, mure, mur(e)s
ordelijk
ordonné, ordonnée
dagelijks
quotidien, quotidienne
verantwoordelijk
responsable
school-
scolaire
beheersen
maitriser
zich inleven (in), opgaan (in)
s’immerger (dans)
ontvangen, verwelkomen
accueillir
humor hebben
avoir le sens de l’humour
vrienden maken, banden smeden
créer des liens
betrouwbaar
digne de confiance
naar het buitenland vertrekken
partir à l’étranger
uit zijn/ haar comfortzone treden
sortir de sa zone de confort
zich onderscheiden
sortir du lot
een kamergenoot hebben
vivre en colocation
een reisbureau
une agence de voyages
een verwachting
une attente
een beperking
une contrainte
een ontdekking
une découverte
een bestemming
une destination
een offerte, een prijsopgave
un devis
een verassingseffect
un effet de surprise