Defi 4 Flashcards
1
Q
een app
A
une appli(cation)
2
Q
een inbox
A
une boite e-mail
3
Q
een pakje
A
un colis
4
Q
een commentaar, een comment
A
un commentaire
5
Q
het cyberpesten
A
le cyber-harcèlement
6
Q
een gevaar
A
un danger
7
Q
een influencer
A
un influenceur, une influenceuse
8
Q
een paswoord
A
un mot de passe
9
Q
een zoekmachine
A
un moteur de recherche
10
Q
het internet
A
le Net
11
Q
een profiel
A
un profil
12
Q
een pseudoniem, een schuilnaam
A
un pseudonyme
13
Q
een zoekopdracht
A
une requête
14
Q
een sociaal netwerk
A
un réseau social
vaak mv réseaux sociaux
15
Q
een bijnaam
A
un surnom