Deel 3 Flashcards

1
Q

Infiltraat

A

Lokale ophoping van vocht, eiwitten en bloedbestanddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Flegmone

A

Acute, voortschrijdende ontsteking van de onderhuidse cellen en tussen liggende cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lymphangitis

A

Ontsteking door bacteriën verspreid in de lymfebaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sepsis

A

Ontsteking lymfeknoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ulcus

A

Zweer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Regressieve celveranderingen zijn:

A
  • degeneratie
  • atrofie
  • necrose
  • crusta
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Degeneratie

A

Achteruitgang in weefsel toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Atrofie

A

Het in massa of volume afnemen van weefsel, cellen of organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Necrose

A

Weefselversterf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Crusta

A

Korst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Granulatieweefsel

A

Nieuw, sterk doorbloed weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hypertrofie

A

Vermeerdering van weefsel of organen zonder vermeerdering van het aantal cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hyperplasie

A

Volume vermeerdering van weefsel of organen met vermeerdering van het aantal cellen - celwoekering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Dystrofie

A

Een groeistoornis van weefsel of organen - bijv na trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Benigne

A

Goedaardig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Meligne

A

Kwaadaardig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Goedaardige gezwellen zijn:

A
  • fibromen
  • koloiden
  • molluscen
  • verruca vulgaris = wrat
  • verruca plana juvenilis = jeugdwratten
  • verruca sensilis = ouderdomswratten
  • naevus flammeus = wijnvlek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Fibroom

A

Goedaardige bindweefsel gezwel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Koloid

A

Littekenwoekering
Bindweefselwoekering
Erfelijk, aangeboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Molluscen

A

Waterwratjes

Bolhoedwratjes - virus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Verruca vulgaris

A

Wrat

Epitheelgezwel - virus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Verruca plana juvenilis

A

Jeugdwratten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Verruca sensilis

A

Ouderdomswrat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Verruca seborrhoica

A

Ouderdomswrat

Verruca sensilis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Naevus flammeus

A

Wijnvlek

Aangeboren plaatselijke verwijding van bloedvaten in de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Kwaadaardige gezwellen zijn:

A
  • carcinoom
  • sarcoom
  • osteosarcoom
  • chondrosacroom
  • fibrosacroom
  • melanoom
  • basocellulair carcinoom
  • spinocellulair carconoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Carcinoom

A

Woekering van epitheelweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Sarcoom

A

Woekering van steunweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Osteosarcoom

A

Woekering van beenweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Chondrosacroom

A

Woekering van kraakbeen weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Fibrosacroom

A

Woekering van bindweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Melanoom

A

Pigmentgezwel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Basocellulair carcinoom

A

Door de zon, niet zo gevaarlijk

- metaseren pas laat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Spinocellulair carcinoom

A

Ontstaan uit spinocellulair huidlaag van de epidermis

  • erg kwaadaardig
  • infiltreren snel door basale laag heen naar bloed en lymfevaten door naar andere delen van het lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Carcinomen ontstaan uit cellen van de

A

Basaalcellenlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Woekeringen van bindweefsel

A

Fibrosacroom (kwaadaardig)
Fibromen
Koloiden
Iipomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Macula

A

Vlek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Erytheemvormend

A

Roodheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Teleangiectasien

A

Blijvende verwijding van de kleine bloed of lymfevaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Papula

A

Pukkel

Zonder etterkop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Papel

A

Pukkel zonder etterkop

Kleiner dan 1 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Urtica

A

Kwadel =
Netelroos
Galbulten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Nodulus

A

Knobbeltje in onderhuidsbindweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Vesicula

A

Blaartje

Kleiner dan 1 cm in epidermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Bulla

A

Blaar

Groter dan 1 cm in epidermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Pustula

Pustel

A

Puist

Met etterkop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Squama

A

Schilfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Crusta

A

Korst

Ingedroogd ontstekingsvocht, bloed, cellen, necrotisch materiaal en vuil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Abces

A

Holte gevuld met pus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Comedo

A

Een afgesloten of verstopte talgklier met ophoping van talg

51
Q

Lichenificatie

A

Vergroving van huidrelief

52
Q

Exocoriatie

A

Schaafwond

53
Q

Ulcus

A

Zweer

Defect tot in onderhuidsbindweefsel

54
Q

Ragade

A

Fissuur

Barst/ kloof

55
Q

Cicatrix

A

Litteken

  • Na verwonding die dieper gaat dan opperhuid
  • opperhuid wordt vervangen door bindweefsel
  • geen haren en talgklieren
56
Q

Cyste

A

Holte gevuld met waterachtig vocht of slijmerig vloeistof

- omgeven door een vlies

57
Q

Ichtyosis

A

Visschubziekte

- erfelijke verhoorningsstoornis

58
Q

Psoriasis

A

Een aangeboren verhoorningsafwijking van de huid

59
Q

Hoe is de celdeling bij psoriasis

A

20-30 x versnelde celdeling in de Basaalcellenlaag van de epidermis
Levensduur is 4-6 x zo kort als de normale celdeling
( 28 dagen)

60
Q

Onycholyse

A

Vingerhoedsnagel

Psoriasis aan de nagels

61
Q

Albinisme

A

Ontbreken van pigment in huid en haren

62
Q

Naevus

A

Moedervlek
Goedaardige pigmentophoping
Aangeboren

63
Q

Aangeboren huidafwijkingen zijn:

A
  • Ichtyosis
  • psoriasis
  • onycholyse
  • albinisme
  • wijnvlekken
  • naevus
64
Q

Afwijkingen in de verhoorning zijn:

A
  • hyperkeratose ( verdikking hoornlaag)
  • clavus (likdoorn)
  • callus (eelt)
  • Keratosis pilaris ( hyperkeratose in en om de uitmondingen van de haarzakjes)
65
Q

Pigmentstoornissen zijn:

A
  • albinisme ( pigmentvorming afwezig)
  • naevus pigmentose ( moedervlekken)
  • naevus pigmentose sensillis ( ouderdomsvlekken)
  • efeliden ( zomersproeten)
  • chloasma gravidarum ( zwangerschapsmasker)
  • vitilligo ( plekken zonder pigment)
66
Q

Hyperkeratose

A

Verdikking van de hoornlaag waarbij verhoorning normaal verloopt

67
Q

Clavus

A

Likdoorn, eksteroog

Hyperkeratose op druk plekken

68
Q

Callus

A

Eelt

69
Q

Kerotosis pilaris

A

Hyperkeratose in en om de uitmondingen van de haarzakjes waardoor er papels ontstaan

70
Q

Naevus pigmentosi

A

Moedervlekken

71
Q

Naevus pigmentose sensillis

A

Ouderdomsvlekken

72
Q

Efeliden

A

Zomersproeten

73
Q

Chloasma gravidarum

A

Melasma

Zwangerschapsvlekken

74
Q

Vitilligo

A

Verworven huidaandoening met plekken zonder pigment

75
Q

Constitutioneel eczeem

A

Douwworm
Rode wangen bij baby’s
Atopisch ( erfelijk eczeem)

76
Q

Atopisch

A

Erfelijk eczeem

77
Q

Ortho- ergisch eczeem

A

Stoffen veroorzaken directe beschadiging of gevoeligheid van de huid
Geen immunologische reactie

78
Q

Acne vulgaris

A

Jeugdpuistje

79
Q

Kenmerken acne vulgaris

A
  • comedonen
  • papels
    _ papulopustels
  • noduli- nodi
  • cysten
  • littekens
80
Q

Acne vulgaris

A

Jeugdpuistje

81
Q

Acne conglobata

A

Reuze comedonen

82
Q

Acne koloidalis

A

Gestoorde littekenvorming

Vooral in nek bij negroïde ras

83
Q

Rosacea

A

Erytheem, Tele’s pustels
Comedonen ontbreken
Vette, 40+ huid

84
Q

Haarafwijkingen door hormonen zijn:

A
  • hirsutisme (vrouw met mannelijke beharing)

- hypertrichosis ( overbeharing)

85
Q

Hirsutisme

A

Waarbij een vrouw een mannelijke beharingspatroon heeft

86
Q

Hypertrichosis

A

Overbeharing

87
Q

Virale aandoeningen van de huid zijn:

A
  • herpes.
    ( herpes simplex virus = HSV = koorstlip
    Varicella zoster virus = VZV = waterpokken)
  • wratten
  • molluscen
  • hepatitis b. ( leverontsteking)
88
Q

Herpes

A
  • veroorzaakt door herpesvirus
  • kleine blaasjes met vocht
  • blijft slapend in zenuwknoop in buurt van infectie
89
Q

Welke soorten vallen onder herpes virus

A

Herpes simplex virus ( HSV) = koorstlip

Varicella zoster virus ( VZV) = waterpokken

90
Q

Herpes simplex virus ( HSV) =

A

Koorstlip

91
Q

Varicella zoster virus ( VZV) =

A

Waterpokken en gordelroos

92
Q

Hepatitis B =

A
  • Leverontsteking, vaak gepaard met geelzucht
  • Zeer besmettelijk via bloed, bloedproducten, slijm, speeksel, mannelijk zaad,
  • 10% blijft drager
  • blijft besmettelijk
93
Q

Wat zijn bacteriële aandoeningen van de huid?

A
  • folliculitis
  • furunkel
  • karbunkel
  • hordeolum
  • hidradenitis
  • gonorroe
  • syfilis / leus
  • chlamydia trachomatis
94
Q

Folliculitis

A

Diepe ontsteking van een haarfollikel ( haarzakje) en zijn naaste omgeving
- meestal door staphylococcus aureus

95
Q

Furunkel

A

Steenpuist
Acute, necrotiserende diepe ontsteking van een haarfollikel
- veroorzaakt door staphylococcus aureus
- heel besmettelijk

96
Q

Karbunkel

A

Negenoog

- groepje steenpuisten bij elkaar

97
Q

Hordeolum

A

Strontje

  • etterige ontsteking van een kliertje in de oogleden
  • meestal door staphylococcus aureus
  • besmettelijk
98
Q

Hidradenitis

A

Etterige ontsteking van de apocriene zweetklieren

Vooral in oksels

99
Q

Hidradenitis axillaris

A

Hidradenitis in oksel

Etterige ontsteking van de apocriene zweetklieren

100
Q

Gonorroe

A

Druiper
Overdraagbaar door neisseria gonorrhoea
Gonokokken veroorzaken ontsteking van slijmvlies bij plasbuis man en bij vrouw mond baarmoederhals

101
Q

Syfilis / leus

A
  • Veroorzaakt door tremponema pallidum = bacterie die tot de spirocheten behoort
  • van zweertje tot dood
102
Q

Chlamydia trachomatis

A

Veroorzaakt door bacterie die in tegenstelling tot andere bacteriën binnen de cellen leeft ( net als virussen)

  • 10-15% onvruchtbaarheid
  • kan goed opgespoord en behandeld worden
103
Q

Schimmelaandoeningen van de huid zijn:

A
Dermatomycysen
Derma = huid, mycose = ziekte door schimmel 
- intertrigo
- tinea pedis
- tinea corporis
- angulus infectiosus
104
Q

Interigo

A

Smetuitslag

  • plooien dikke mensen
  • smetten zijn vaak geïnfecteerd met Candida albacans
105
Q

Tinea pedis

A

Zwemmerseczeem

106
Q

Tinea corporis

A

Ringworm

107
Q

Angulus infectiosus

A

Ontsteking aan mondhoeken

108
Q

Huidaandoeningen door parasiet

A
  • scabiës ( schurft)
  • pediculosis. ( hoofdluis)
  • pediculosis pubis. ( schaamluis)
109
Q

Efflorescenties van Urticaria

A
  • acute Urticaria
  • oedeem van quincke
  • chronische Urticaria
110
Q

Scabiës

A

Schurft
Door schurftmijt
- diertje in hoornlaag
- door innig contact , andermans kleding dragen

111
Q

Pediculosis

A

Hoofdluis
Volwassen 2-3 mm
Neet (ei) 0,5-1 mm

112
Q

Pediculosis pubis

A

Schaamluis
Platje
Geslachtsverkeer
Schaamstreek, baard,wenkbrauwen, wimpers

113
Q

Acute articuria

A

Netelroos
Ontstaat als gevolg van een vasculair reactie patroon
Verschijnselen verdwijnen spontaan na half uur tot soms enkele dagen

114
Q

Oedeem van quincke

A

Variant van Urticaria
Zwelling van de huid die uitgaat van het onderhuidsbindweefsel
- uren tot dagen
- geen jeuk maar spanning en pijn

115
Q

Oorzaken Urticaria

A

Oedeem bij Urticaria wordt veroorzaakt door een verhoogde doorlaatbaarheid van de vaatwand
- fysische ( warmte, koude, druk, inspanning, zon)
- medicijnen ( vooral ascorbinezuur= aspirine) en penicilline
- infecties ( bacterieel, viraal, mycotisch, parasitair)
- contact met bepaalde planten ( brandnetels)
- insectenbeten
- atopische constitutie ( eczeem)
- psychotische factoren
-

116
Q

Immunologische reactie

A

De reactie tussen antistof en antigeen met doel het antigeen te neutraliseren

117
Q

Kwantitatief veranderde reactie bij allergie

A

Als de reactie heftiger verloopt dan normaal

118
Q

Kwalitatief veranderde reactie van een allergie?

A

Als de reactie anders verloopt dan normaal

119
Q

Allergie=

A

Een in kwaliteit of kwantitatief opzicht veranderde immunologische reactie

120
Q

Allergeen

A

Als een antigeen een allergische reactie veroorzaakt

121
Q

Huidaandoeningen door veneuze insufficiëntie

A
  • spataderen
  • oedeem
  • penselen
  • berkenrijs
  • pigementvlekken
  • perniones
122
Q

Huidaandoeningen door allergische reacties

A
  • berlockdermatitis
  • eczeem
  • Urticaria
  • quincke oedeem
123
Q

Berlockdermatitis

A

Dermatite
Breloque
- Huidafwijkingen met grillige pigmentvlekken
- vooral in gezicht en hals
-allergeen is stof uit bergomotolie - parfum + zon

124
Q

Veneuze insufficiëntie

A

Onvoldoende functioneren van het aderlijk stelsel