Deel 2 Flashcards

1
Q

Kent, M.L. (2008) Critical Analysis of blogging in PR noemt in zijn artikel 2 redenen waarom blogs voor de PR van organisaties belangrijk kunnen zijn. Welke zijn dit?

A
  1. Blogs kunnen worden gebruikt voor onderzoek, het scannen van de omgeving van de organisatie of zelfs issue management.
  2. Blogs kunnen gebruikt worden voor issue framing.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

C4: Er zijn drie typen blogs, welke en wat zijn hun kenmerken?

A
  1. Traditionele of historische blog
    Deze is geschreven als een dagboek.
    - Bloggers schrijven bijvoorbeeld over datgene wat ze op een bepaalde dag ervaren.
    - Kan soms neigen tot narcisme.
    - Deze blogs zijn vaak minder wijdverspreid dan nieuwsblogs aangezien ze een beperkt publiek trekken.
  2. Nieuwsblogs
    Dit zijn zijn een soort verzamelplekken van headlines die gelinkt zijn aan het nieuws om deskundigheid en vertrouwen uit te stralen.

Nieuwsblogs betreffen vaak postings van online nieuws en informatie van andere (online) nieuwssites waarbij geabonneerde bezoekers dan reageren met eigen posts.

  1. Organisatorische blogs
    Worden onderhouden door mensen
    - die een officiële of officieuze relatie hebben met de organisatie;
    - die impliciet of expliciet worden erkend door de organisatie;
    - die door de buitenwereld duidelijk worden geassocieerd met de organisatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de belangrijkste conclusie uit het artikel van Kent, M.L. (2008) Critical Analysis of blogging in PR?

A

While blogs have incredible potential as research, framing, and persuasion tools, their utility as a public relations tool is currently limited” (Kent, 2008).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat maakt de conclusie van Kent, M.L. (2008), dat blogs als PR middel momenteel gelimiteerd is een beetje gedateerd?

A

> Nieuwe sociale media als Twitter, Facebook, YouTube.
Nieuwe strategieën (van organisaties of nieuws websites).
Als het gaat om blogs is Facebook misschien wel het grootste privédagboek ooit.
Framing en agenda setting is nooit zo belangrijk geweest in de huidige tijd van nieuwe media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kent (2008) noemt in zijn artikel ook enkele risico’s van blogs. Welke zijn dit?

A

Risico’s van blogs:

  1. Gecontroleerde boodschappen lopen het risico om genegeerd te worden of te worden gezien als propaganda.
  2. Ongecontroleerde boodschappen kunnen worden aangepast, misplaatst of onvoldoende aandacht krijgen.
  3. Anonieme post worden regelmatig verwijderd door moderators. Deze exposure kan er namelijk voor zorgen dat de organisatie in een kwaad daglicht komt te staan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke auteur vraagt zich af: Het gaat bij blogs niet om “what to say”, maar of de organisatie een publiek standpunt in moet nemen over een bepaald issue.

A

Kent (2008)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het doel & de context van de volgende studie:

Kelleher, T., & Miller, B. M. (2006). Organizational blogs and the human voice: Relational strategies and relational outcomes.

A
Doel van de studie
– Ontwikkelen en testen van definities van “relational maintenance strategies” die geschikt zijn voor online public relations.

 Context van de studie
– Microsofts corporate website.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan je zeggen als je denkt aan de studie van Kelleher & Miller 2006, over relationele strategieën? en welke begrippen evalueren de kwaliteit van de relatie tussen organisatie en publiek?

A

Relationele strategieën volgens Kelleher & Miller (2006)
– Hebben bewezen invloed op percepties van relaties.
– Worden gebruikt om bijvoorbeeld interpersoonlijke communicatiedoelen als “liking” en “satisfaction” te evalueren.

De kwaliteit van de relatie tussen organisatie en publiek kan worden geëvalueerd door begrippen als
– Control mutuality (symmetrisch versus a-symmetrisch)
– Trust
– Satisfaction
– Commitment§

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het doel van de studie van: Kelleher, T. (2009). Conversational voice, communicated commitment, and public relations outcomes in interactive online communication?

A

Doel van de studie
> Achterhalen hoe bepaalde communicatiestijlen in blogs helpen om te komen tot positieve (relationele) uitkomsten voor de organisatie.

> Ook hier gaan de auteurs weer in op trust, satisfaction, commitment en control mutuality als uitkomsten van de kwaliteit van de relatie.

> Voor communicatiestijlen wordt ingegaan op twee vormen van interactiviteit van een website (functionele en “contingency”).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is volgens Kelleher (2009) functionele interactiviteit

A

Een interface zijn capaciteit om dialoog of informatie uitwisseling tussen gebruikers te faciliteren.

Kenmerken:
> Websites met surveys en polls.
> Websites die de gebruiker de mogelijkheid bieden om Web site-hosting organisatie informatie te sturen.
> Agenda’s te downloaden informatie, nieuws items gepost 30 dagen voordat een klant de website bezoekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de Dialogic Loop Index?

A

Het berekenen het aantal kenmerken die een website heeft kan dan de functionele interactiviteit bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kelleher (2009) noemt functionele interactiviteit en Contigency (toevallige) interactiviteit. Wat zijn de verschillen?

A

Contingency interactiviteit is meer een proces die gebruikers, media en boodschappen volledig interactief met elkaar laat communiceren.
> Volgens deze benadering is een dialoog meer dan alleen informatie uitwisselen.

> De organisatie zou dan effectief in conversatie gaan met haar publiek en voortdurend om zoek moeten zijn naar technieken die de relatie tussen de organisatie en het publiek persoonlijk maakt.

PR is meer dan een website. Met de vorm van contigency interactiviteit is de kans groter om een langdurige relatie op te bouwen.

– Kortom, in hoeverre zijn knopjes op een website genoeg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar was de conversationeel human voice in het onderzoek van Kelleher (2009) geen significante voorspeller van?

A

De conversational human voice in het onderzoek van Kelleher (2009) was geen significante voorspeller van Commitment, maar wel van trust, satisfaction en control mutuality.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke zwaktes van blogs noemt Kent (2008)?

A
  1. communicatieve risico’s

2. Een overdreven belang hechten aan bloggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar was het resultaat over de communicatie relationeel commitment in het onderzoek van Kelleher (2009)?

A

Communicated relational commitment was

  1. positief gerelateerd aan alle vier de relationele uitkomsten en
  2. bovendien een significante voorspeller van deze relationele uitkomsten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

C6! Waarom de studie van:

Utz, S., Kerkhof, P., Van Den Bos, J. (2012). Consumers rule: How consumer reviews influence perceived trustworthiness of online stores.

A

Voorgaand onderzoek had betrekking op percepties van de organisatie, de website, en consumenteneigenschappen als voorspellers van vertrouwen in online winkels.

De studie van Utz et al. (2012) voegt daar (online) consumentenreviews aan toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke risico’s kleven er volgens Utz, S., Kerkhof, P., Van den Bos, J. (2012) aan online winkelen?

A

De auteurs noemen de volgende risico’s van online winkelen…

  1. Minder informatie beschikbaar over het product.
  2. Kopers kunnen het product niet vooraf aanraken/ voelen.
  3. Kleuren kunnen anders zijn dan op de foto.
  4. Product en geld worden niet ‘tegelijkertijd’ overgestoken.
  5. Het product kan niet op tijd worden verscheept of helemaal niet aankomen.
  6. Een lager kwaliteit product zou kunnen worden verscheept.
  7. Afhandeling van klachten kan langer duren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Is kopen in een online setting symmetrisch of assymetrisch? En waarom?

A

Kopen in een online setting is typisch asymmetrisch qua informatie en kennis van product of dienst.
• Koper heeft veel meer informatie.

– Kortom, consumenten moeten meer uitgaan van signalen om de kwaliteit van een product of dienst te beoordelen.

19
Q

Wat was onderzoeken Utz., Kerkhof, P., & Van den Bos, J. (2012). In hun artikel: Consumers rule: how consumer reviews influence perceived trustworthiness of online stores?

A

Zij doen hier een onderzoek naar de rol van online consumenten reviews, reputaties en waarborglogo’s op het vertrouwen in online winkels.

20
Q

Wat was de conclusie van Utz., Kerkhof, P., & Van den Bos, J. (2012). Consumers rule: how consumer reviews influence perceived trustworthiness of online stores.

A

Conclusies
1. Informatie van andere consumenten (dus reviews) had meer impact op vertrouwen in de online winkel dan winkelreputatie en waarborglogo’s.

  1. Winkelreputatie deed helemaal niks op vertrouwen in de online winkel.
  2. Waarborglogo’s zijn direct gelinkt aan kwaliteit van product of dienst.
    • Ze zouden dus kunnen dienen als betrouwbare signalen.
    • Echter, niet iedereen let er op of weet wat de betekenis is.
21
Q

Op basis van de conclusie van Utz., Kerkhof, P., & Van den Bos, J. (2012). Consumers rule: how consumer reviews influence perceived trustworthiness of online stores, wat zouden organisaties kunnen doen?

A

Organisaties zouden:

  1. actief beleid moeten ontwikkelen om consumentenreviews te kunnen monitoren
  2. meer moeten doen dan zich enkel te richten op dure certificatie procedures.
22
Q

Wat kan je zeggen over dispositioneel vertrouwen binnen het onderzoek van Utz., Kerkhof, P., & Van den Bos, J. (2012). Consumers rule: how consumer reviews influence perceived trustworthiness of online stores?

A

Experiment 1
Er werd een algemeen effect van dispositioneel vertrouwen gevonden.

Experiment 2
Dispositioneel vertrouwen modereerde de effecten van reviews en verzekeringszegels. High trustros werden meer beïnvloed door de reviews van andere consumenten en enkel de high trustros konden beïnvloed worden door de warranting seals.

23
Q

Wat zijn de drie componenten van perceived trustworthiness?

A
  1. ability
  2. benevolence
  3. Integriteit
24
Q

Wat is het doel van de studie van: Yuksel, U. & Mryteza, V. (2009). An evaluation of strategic responses to consumer boycotts?

A

Achterhalen welke strategie leidt tot minst negatieve gevolgen voor de organisatie.

Zij doen dit door middel van een experimentele studie dat Coca-Cola gebruikt als target brand.

Specifieke doelen:
> om te concluderen of sommige filosofieën en strategieën zijn ontwikkeld om consumenten klachten en negatieve publiciteit te bestrijden ook toepasbaar zijn in boycot situaties.
> Om vast te stellen of een direct positieve of indirect negatieve associatie de negatieve associaties neutraliseert
> om vast te stellen of de aanwezigheid van een boycot richting significant modereert op de consument zijn waarschijnlijkheid om van een product af te zien.
> om strategische aanbevelingen te voorzien op basis van bevindingen

25
Q

Wat is het verschil tussen een boycot en een non-consumption?

A

Het feit dat men bij een boycot het product weigert te consumeren vanwege ethische of politieke redenen. Een boycot zorgt ervoor dat er negatieve associaties aan een merk imago blijven hangen, waardoor zij misschien overstappen naar de concurrent.

26
Q

Wat is de conclusie van de studie van: Yuksel, U. & Mryteza, V. (2009). An evaluation of strategic responses to consumer boycotts?

A

> Het aanbieden van ongerelateerde positieve informatie het meest effectief lijkt om boycots te voorkomen.
• Dit geldt zowel voor de boycot conditie als alleen de conditie met negatieve publiciteit (zonder boycot vraag).

> Negatieve algemene informatie communiceren over de concurrentie is verder ook effectief om een boycot te voorkomen, maar minder effectief dan positieve informatie communiceren over je eigen organisatie.

> de aanwezigheid van een vraag tot boycot heeft meer impact dan enkel het ontvangen van negatieve info’ en negatieve publiciteit

> negatieve publiciteit leidt niet automatisch tot een boycot.

27
Q

Wat is een limitatie van de studie van: Yuksel, U. & Mryteza, V. (2009). An evaluation of strategic responses to consumer boycotts?

A

De auteurs maakten gebruik van bestaande merken. Hierdoor kan eerdere voorkeur, commitment en gebruik mee hebben gespeeld in de resultaten.

28
Q

Waarom is men gemotiveerd mee te doen aan een boycot?

Braunsberger, K. & Buckler, B. (2011). What motivates consumers to participate in boycotts: Lessons from the ongoing. Canadian seafood boycott.

A
  1. Het vergroten van persoonlijke zelfverzekerheid door zichzelf te zien als een moreel persoon.
  2. Het beëindigen van de zeehondenjacht
  3. Het uiten van woede
  4. Het vergroten van vertrouwen door jezelf te identificeren met het issue.
29
Q

Als je kijkt naar het artikel van
Braunsberger, K. & Buckler, B. (2011). What motivates consumers to participate in boycotts: Lessons from the ongoing. Canadian seafood boycott.

Wat concluderen de auteurs

A

> De studie van Braunsberger & Buckler (2011) is één van de eerste ‘kwalitatieve’ studies die boycot motivaties van consumenten onderzoekt.

> De offers die mensen moeten brengen, schijnen in het geval van een dergelijke ingrijpende (emotionele) boycot als de “Canadian Seafood Boycott” makkelijk op te wegen tegen de baten.

> Tot slot concluderen de auteurs nog dat een netnografie een goede manier kan zijn om motieven van consumentenboycots te achterhalen.

30
Q

Wat is de aanleiding van de studie van: Champoux, V., Durgee, J., & McGlynn, L. (2012). Corporate Facebook pages: When “fans” attack. Journal of Business Strategy, 33(2), 22-30.

A

Nestlé’s Corporate Facebook pagina kreeg het behoorlijk te verduren toen in activisten in 2010 de pagina bestookte met boycot bedreigingen, veranderde logo’s en oproepen om de milieu impact van Nestlé te verkleinen.

In plaats van netjes te luisteren en excuses aan te bieden, werden de negatieve reacties door Nestlé beantwoord met kritiek.

31
Q

Wat is modern Slackivisme?

A

Wanneer mensen een verhaal neerzetten op de ‘Wall’ van de FB pagina van een bedrijf, hebben zij het gevoel dat zij hun aandeel hebben gedaan om de wereld ‘beter’ te maken.

32
Q

Juist of onjuist. Champoux, V., Durgee, J., & McGlynn, L. (2012). zegt: ‘The popularity of Facebook rests on the basis of the open, public, two- way conversation, which sometimes proves to be just as much of a hindrance as it is a benefit.’’

A

Juist.

‘The popularity of Facebook rests on the basis of the open, public, two- way conversation, which sometimes proves to be just as much of a hindrance as it is a benefit.’’

33
Q

Champoux et al. (2012) adviseren dan ook de volgende stappen voor een sociale media crisis policy:

A
  1. Zorg snel voor een team rondom het thema.
  2. Scan online hoe er over de organisatie wordt gepraat (SMM, College C5.)
  3. Reageer snel.
  4. Manage de voortgaande dialoog.
  5. Neem verantwoordelijkheid.
  6. Los de situatie op.
  7. Ga door.
34
Q

Wat wil Reich (2010) weten met zijn onderzoek: measuring the impact of PR on published news in increasingly fragmented news environments: a multi faceted approach?

A

Hij wil weten
1. wat de impact van PR op de publieke opinie is. Dit is belangrijk omdat media een belangrijke functie hebben in een democratie. Als de invloed van PR direct door dringt via het nieuws bij het publiek zonder dat journalisten daar zelfstandig invloed op hebben, dan beperkt dat de democratie.

35
Q

Waar gaat bias towards normalization over?

A

Over het feit dat er een voorkeur is voor formele bronnen in plaats van alternatieve bronnen. De mensen die status hebben, hebben een sterkere voorkeur voor de pers..

36
Q

Wat is de conclusie van Reich (2010) zijn artikel: measuring the impact of PR on published news in increasingly fragmented news environments: a multi faceted approach?

A
  1. De invloed van PR is complexer en breder dan voorheen bekend was. Je kunt agenda’s bouwen en informatie toevoegen.
  2. Journalisten geven hun rol in het publieke nieuws dieet weg aan PR
  3. PR en journalistiek zijn sterk van elkaar afhankelijk
  4. De makkelijke toegang tot PR zorgt ervoor dat alternatieve bronnen direct worden geblokkeerd.
  5. De impact van PR op publiek is niet transparant en onttrekt zich op waarde van informatie en van geloofwaardigheid van een bron
  6. De invloed van PR is gemaskeerd.
37
Q

Wat is een limitatie van Reich (2010) zijn artikel: measuring the impact of PR on published news in increasingly fragmented news environments: a multi faceted approach?

A

Het onderzoek is uitgevoerd door middel van self reports. Deze zijn niet altijd leidend. Reich zegt hierom dat de invloed die in dit artikel wordt vastgesteld nog maar een onderschatting is van in hoeverre PR eigenlijk van invloed is.

38
Q

Wat zijn de vier trends in een veranderend media landschap?

A
  1. De groei van mobiele communicatie
  2. Breakdown van de traditionele krantenmarkt
  3. Verschillende nieuwe TV ontwikkelingen
  4. Ontstaan van customer media.
39
Q

Wat is ‘the core message’ van Heath, R. L. (1998). New communication technologies: An issues management point of view?

A

Interested publics who want information and evaluations from all participants in public policy issue debate take most advantage of new communication technologies.

The Internet and the Web offer issue discussants access to audiences and publics which are otherwise difficult or impossible to reach.

The study demonstrates that dialogue exists, and even the poor can play a role in the global discussion of issues via cyberspace.

40
Q

Wat maakt het artikel van Heath (1998) nog steeds relevant?

A
  1. De rol van nieuwe media in het publieke debat
  2. Iedereen kan participeren in een publiek debat
  3. Internet is sneller en meer toegankelijk
  4. Milieuproblemen bestaan nog steeds en zijn zelfs erger geworden.
41
Q

Wat was de response van Shell (BRENT SPAR) voor en tijdens de crisis

A

buffering

42
Q

Wat was de response van Shell (BRENT SPAR) voor en na de crisis

A

bridging

43
Q

Hoe zou je advocacy beschrijven

A

De verwachtingen en meningen van stakeholders proberen te veranderen door middel van campagnes en lobbying.