Deel 1 Flashcards
Van wie is de volgende uitspraak:
PR has the function to inform, persuade, adjust, to ingenue consent, to develop a smooth functioning society?
Edward Louis Bernays
Van wie is de volgende uitspraak:
PR is developing relationships to help communicate about an organization, an issue, a person or a product, and …. identifying the anticipated outcomes in order to know how to communicate in the most effective way with different groups of people, at variable times, often through the media, but also through events, individuals and groups.
Gordon
Van wie is de volgende uitspraak:
PR is a management function; it involves planning and problem solving. PR is negotiating points of view and bridging interests.
Grunig
Van wie is de volgende uitspraak:
PR is the management of mutual understanding between organization and its publics.
Cutlip
Hoe zou je propaganda omschrijven? One way, two way, symmetrical of a symmetrical
One way en asymmetrisch
Hoe zou je persuasion omschrijven? One way, two way, symmetrical of a symmetrical
Two way en asymmetrisch
Hoe zou je informatie omschrijven? One way, two way, symmetrical of a symmetrical
One way en symmetrisch
Hoe zou je mutual understanding omschrijven? One way, two way, symmetrical of a symmetrical
Two way en symmetrisch
Nadat er een crisis is uitgebroken bij Volkswagen over een eventueel faillissement na de “dieselaffaire”, wordt een interactieve Facebook-pagina opgezet waarop verschillende stakeholders kunnen reageren op berichten van de organisatie. Welke benadering past het best bij deze vorm van communicatie van Volkswagen? Het betreft een vorm van
a) asymmetrische een-wegcommunicatie
b) asymmetrische tweewegcommunicatie
c) symmetrische een-wegcommunicatie
d) symmetrische tweewegcommunicatie
d) symmetrische tweewegcommunicatie
Volgens Wehmeijer en Winkler (2013) Leidt het slaan van bruggen tussen OC en PR tot een alternatief begrip van PR, Namelijk:
– Organizational view of PR (Szyszka, 2004, 2008): Organizations use issue management and communication to stabilize organizational boundaries and identities.
– PR as second-order observation: a) how the organization observes its environment and itself, and b) how the organization is observed by the environment.
Wat onderzoekt de studie van Meijer, M.M. & kleinnijenhuis, J. (2006) Issues news and corporate reputaion: applying the theories of agenda setting en issue ownership?
De studie combineert het 2de niveau van agenda setting met de issue ownership theorie. Dit doen zij op basis van een inhoudsanalyse.
Wat concludeert de studie van Meijer, M.M. & kleinnijenhuis, J. (2006) Issues news and corporate reputaion: applying the theories of agenda setting en issue ownership?
De auteurs concluderen een effect van issue ownership op reputatie en vond een sterk bewijs voor het tweede niveau van agenda setting.
Nieuws over een bepaald issue in relatie tot de organisatie stimuleert de saillantie van dat issue. Dus: wanneer er veel tv nieuws over shell en het milieu wordt uitgezonden, associeert men shell eerder met het milieu.
C3: Agenda setting valt uiteen in twee niveaus van agenda setting. Hoe zou je deze niveaus omschrijven en wat is het verschil?
Niveau 1
dit niveau dealt met de saillantie van een object of actor. Dit is aanwezig wanneer een publiek bijvoorbeeld Shell associeert als een belangrijke olie maatschappij, na een periode van veel media aandacht.
Niveau 2
dit nivea dealt met de attributen van een object of actor. Dit is aanwezig wanneer een publiek bijvoorbeeld Shell associeert met een issue dat veel aandacht heeft gekregen in het nieuws, zoals: zonnen energie.
1 & 2 level interdependent:
• saliency objects -> saliency attributes
• saliency attributes -> saliency objects
C3: wat suggereert de issue ownership theorie?
Deze suggereert dat het effect van de saillantie van een bepaald issue op de attitude tegenover concurrenten wordt vastgesteld door eerder vastgestelde issue specifieke reputaties van deze organisaties.
Bijvoorbeeld:
als de belasting erg prominent wordt in het nieuws, zal men eerder ‘rechts’ stemmen, omdat ‘linkse’ partijen een mindere reputatie hebben betreft het verlagen van belastingen.
Wat wordt onderzocht in het artikel van Kiousis, S., Popescu, C., & Mitrook (2007) Understanding influence on corporate reputation: an examinator of PR efforts, media coverage, public opinion & financial performance from an agenda-building and agenda-setting perspective?
De studie van Kiousis, S., Popescu, C., & Mitrook (2007) onderzoekt de invloed van PR inspanningen en media coverage op corporate reputatie en financiële prestaties door middel van het 1e en 2e niveau van agenda setting en agenda building.