deel 2 Flashcards

1
Q

wat vind je op het dashboard

A

je snelheidsmeter en toerentalmeter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat vind je naast toeren in de toerentalmeter

A

temperatuur van de motor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat vind je in de snelheidsmeter naast de snelheid

A

de brandstofmeter, het driehoekje geeft de opening van de vulopening aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat doe je bij een geel en wat bij een rood lampje

A

geel is doorrijden, rood veilig stoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

leer wanneer je welk licht gebruikt

A

x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurt er als de verkeerslichtschakelaar op 0 staat

A

dagrijlicht automatisch aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doet de stand auto

A

automatisch dagrijlicht of dimlicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat doet stand dimlicht

A

continu dimlicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer mag je de stand stadslicht gebruiken

A

parkeren donker buiten bebouwde kom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar zijn de schakelaars voor een mistlicht

A

links voor de voorkant en achterkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe bedien je groot licht

A

richtingaanwijzer naar je toe halen (seinen) of van je af duwen (aan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de waarschuwingslichten

A

de 4 richtingaanwijzers, blijft werken met sleutel uit contact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

leer kleuren lichten

A

x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat betekend het als het motorlampje blijft branden na het starten

A

de sensor meet een verkeerde samenstelling van uitlaatgassen. doorrijden en controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

parkeerrem rood?

A

hij staat nog aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gordel rood?

A

iemand niet om

17
Q

oliedruk rood?

A

oliedruk te laag, direct veilig stoppen en motor uitschakelen

18
Q

uitroepteken rood?

A

storing remsysteem

19
Q

kronkelpeilen in ruit geel?

A

voorruitverwarming / achterruitverwarming

20
Q

wit lampje?

A

recirculatie

21
Q

groene sneeuwvlok?

A

airconditioning voor comfortabele temperatuur en ruiten niet laten beslaan

22
Q

rode driehoek?

A

schakelaar knipperende waarschuwingslichten

23
Q

hoe veel olie kan je bijvullen?

A

nooit meer dan een liter. een halve liter is meestal voldoende

24
Q

koelvloeistof kan je zelf bijvullen als…

A

de vloeistof is afgekoeld

25
voordeel zomervloeistof?
haalt insecten goed van de ruit af
26
wat mogen de plus en minpolen niet?
geoxideerd zijn / aanslag op zitten want dan loopt die eerder leeg. probleem bij vooral oudere accu's
27
bandenspanning volgens butterhuizen
zuinig, stil (minder wrijving) en veilig
28
bijzondere verrichtingen doornemen
x
29
welke vloeistoffen zouden kunnen lekken
1. olie 2. koelvloeistof 3. ruitensproeivloeistof 4. remvloeistof (als dit lekt niet verder rijden)
30
vaak licht er een plasje...
aircowater / condenswater in de zomer
31
als je je richting naar links zet en de motor uit dan staat je parkeerlicht alleen links aan
en andersom rechts
32
hoe weet je welke brandstof er in de auto moet
staat op het tankdopje, vraag na aan peter
33
vraag na of je wat moet weten over cruisecontrol
x