De uitdijing van het heelal (8)

Question 1

Kosmologische roodverschuiving (z)

Answer 1

z = ∆λ/λ0 ≡ (λ − λ0)/λ0, geeft:
1 + z = λobs/λ0
- voor v «c geldt z = v/c
- v = radiele snelheid waarmee

Question 2

Wet van Hubble

Answer 2

v = H0d (voor v «c)
- v = radiele snelheid waarmee
melkwegstelsels van ons weg bewegen

Question 3

Kosmologisch principe

Answer 3

Na 100 Mpc lijkt helaal homogeen en isotroop
- homogeen: zelfde dichtheid overal
- isotroop: zelfde uitdijings snelheid overal

Question 4

Schaalfactor

Answer 4

R(t)

Question 5

De met de tijd toeneemde afstand tussen melkwegstelsels

Answer 5

d(t) = D*R(t)’
- D constant voor elk paar melkwegstelsel

Question 6

Hubble parameter uitgedrukt in schaalfactor

Answer 6

H(t) = R’/R = d’/d

Question 7

Neemt ook de golflengte van licht toe met de schaalfactor?

Answer 7

Ja

Question 8

Hubbeltijd (en waarom schatting)

Answer 8

t_hubble = H0^-1
= d/v
- het is schatting want we zeggen dat v
constant is maar dat is natuurlijk niet zo

Question 9

Wanneer na bigbang konden fotonen zich vrij gaan bewegen

Answer 9

temp helaal ~= 3000K –> elektronen bonden aan kernen en dus ontstonden deeltjes. Daarvoor fotonen constant interactie met elektronen –> werkte als bijna perfect zwart lichaam

Question 10

Kritische dichtheid

Answer 10

ρcrit = 3H0^2 / 8πG
- Ω = ρ/ρcrit
- als Ω < 1 dan blijven uitdijen
- als Ω > 1 big crunch

Question 11

Waarom dijt helaal uit

Answer 11

vacuumenergie neemt niet af met R(t) en daarom heeft deze een steeds groter effect. Vacuum heeft een uitdijende kracht.