De Rampen van de Veertiende Eeuw Flashcards
De omwenteling in het Christendom, 1300-1560
- Traditionele maatschappijen gaan moderniseren waardoor het godsdienstig fundament ter discussie komt te staan.
- Niet-religieuze (politieke en economische) activiteiten krijgen meer belang en ruimte
- Secularisatie
- Het Latijns Christendom kreeg rond 1300 als eerste grote beschaving te maken met deze secularisatie
De Zwarte Dood
- Halvering van de Europese bevolking
- Hongersnood en pestepidemieën
- 1348 eerste pestuitbraak van velen
- Algehele desorganisatie van de samenleving
- Werkloosheid armen leidt tot bedelen door sterfte landeigenaren.
- Opstanden arbeiders Vlaanderen, Frankrijk ‘‘Jaqueries’’ en Engeland Wat’s Tyler Rebellion (1381)
- Brute onderdrukking heersende klasse maar op lange termijn verbetering voor de ‘‘gewone man’’
- Consessies van feodale klasse landeigenaren, instelling van erfpacht met vast geldbedrag, die door inflatie in de loop der tijd daalde en pacht dus goedkoper werd voor boeren
- Ontstaan nieuwe klasse van kleine zelfstandige boeren in Europa
Koningen problemen
- Al sinds 11e eeuw bezig positie t.o.v. kerk en feodale heren te versterken, problemen om staand leger op de been te houden.
- Honderdjarige Oorlog Engeland en Frankrijk (1337-1453) veel geld.
- Inflatie investeringen, en nieuwe hogere belastingen waren het gevolg, ging gepaard met consessies aan landeigenaren en steden.
- 15e eeuw ‘‘gouden eeuw’’ van middeleeuwse parlementen.
Problemen Middeleeuwse Kerk
- Rond 1300 Kerk hoogtepunt van haar macht, maar macht raakte in zwakheid
- Kerk zorgde op de eerste plaats voor zichzelf (de geestelijken) en verloor de band met de gelovigen, waardoor de Kerk tot een bureaucratie raakte; niet instaat zichzelf te hervormen
Babylonisch Ballingschap
Paus Boniface VIII verbood belastingheffing op de clerus door wereldlijke heersers (Philips IV de Schone)
- 1302, Bul Unam Sanctam
- Philips de Schone neemt Paus gevangen, en laat na zjn dood een Fransgezinde Paus aanstellen
- 1309 ‘‘Babylonisch Gevangenschap’
Westers Schisma, 1378
- 1378, Anti Franse kardinalen kozen eigen paus die zich weer e Rome vestigde (Gregorius XI ) -> begin Grote Westerse Schisma.
Tegenkrachten n.a.v. Schisma
- Pausdommen boden tegen elkaar op in extravagantie en wereldlijke rijkdom en verloren steeds meer geloofwaardigheid onder vrome Christenen.
- Tegenkrachten vanuit gelovigen en lagere geestelijkheid, Flagellanten, Huissieten en Lollards), die vooral betoogden dat vrome mensen geen kerk en priesters nodig hadden en met het lezen van de Bijbel konden volstaan. Allen werden door de kerk verketterd.
Concilies n.a.v. Schisma
Anderen drongen er op aan dat een algemeen concilie, met vertegenwoordigers uit alle lagen van het Christendom, bijeengeroepen werd om een einde aan het schisma de maken. Het Concilie van Pisa (1409) leidde er slechts toe dat er nu drie pausen waren.
Het Concilie van Pisa (1409)
leidde er slechts toe dat er nu drie pausen waren.
Concilie van Konstanz
Vijf jaar later had het Concilie van Konstanz wel succes: de eenheid van de kerk werd hersteld, maar van hervorming kwam niets terecht. Zo werd Jan Huss veroordeeld tot de brandstapel. Ook de corruptie bleef welig tieren. ‘Simonie’ (het kopen of verkopen van kerkelijke ambten), nepotisme en het verkopen van genade in de vorm van ‘aflaten’ waren wijd verbreid. Het fenomeen van concilies handhaafde zich gedurende de 1e helft van de 15e eeuw.
Concilie van Bazel
De pausen verzetten zich tegen de conciliebeweging omdat het een inperking van hun macht betekende. Het pausdom won deze strijd en na de ontbinding van het Concilie van Bazel en lag de weg open voor de ‘Renaissance-pausen’, moderne mannen van de wereld met veel meer belangstelling voor de bouw- en schilderkunst, de wetenschap en de literatuur dan voor geestelijke zaken.