De P waarde Flashcards
Wat is statistiek
de wetenschap en de techniek van het verzamelen, bewerken, interpreteren en presenteren van gegevens.
Statistische methoden worden gebruikt om grote hoeveelheden gegevens om te zetten in bruikbare informatie.
De principes van statistiek komen voort uit de regels van de wiskunde en de wetten van de logica.
Wat is de P waarde
= de overschrijdingskans (van een steekproefuitkomst)
de kans dat in de verdeling gegeven door de nulhypothese de waarde van de toetsingsgrootheid wordt behaald of overschreden (links, rechts dan wel tweezijdig).
De p-waarde is gebaseerd op de specifieke steekproefuitkomst.
De p-waarde geeft aan hoe extreem de gevonden waarde voor de toetsingsgrootheid in de verdeling onder de nulhypothese is. Hoe kleiner de p-waarde, hoe extremer de uitkomst.
In de praktijk worden waarden van 5% en 1% aangehouden als grens; is de p-waarde kleiner, dan spreekt men van een significante, resp. sterk significante uitkomst.
Wat is de P waarde
= een maat voor de waarschijnlijkheid (E: probability) dat het gevonden resultaat van een epidemiologisch onderzoek berust op toeval.
= een maat voor de kans dat de nulhypothese ten onrechte is verworpen (en het gevonden verschil tussen onderzoeksgroepen dus in werkelijkheid op toeval berust).
Wat is de P waarde praktisch gezien:
- een waarde tussen 0 en 1,
- Bij een p-waarde van 1 kunnen we aannemen dat het
gevonden resultaat op toeval berust. - Met een p-waarde dichtbij 0 kunnen we ervan uitgaan dat
de gevonden waarde een werkelijke associatie aanduidt. - p = 0,05 als grens van statistische significantie.
- p ≤ 0,05, kans dat het gevonden resultaat aan het toeval is
te wijten (en we de nulhypothese ten onrechte verwerpen) - kleiner of gelijk aan 5%, = ‘statistisch significant’. niet
automatisch van klinisch belang
Wat is de nulhypothese.
Voordat je de p-waarde kunt bepalen, moet je bepalen welke aanname je wilt verwerpen. Deze aanname heet de nulhypothese.
bijvoorbeeld:
de gemiddelde lengte van Nederlandse mannen is 181 cm (nulhypothese)
Je kiest een significantieniveau, meestal is dat 0.05 of 0.01
De alternatieve hypothese
- staat tegenover de nulhypothese
- Wanneer je de nulhypothese kunt verwerpen, is de
alternatieve hypothese de conclusie die je trekt.
De p-waarde = de kans dat in de verdeling die volgt uit de nulhypothese, de waarde van de steekproefuitkomst wordt behaald of overschreden.
Als deze kans klein genoeg is (kleiner dan het significantieniveau = meestal 0,05 of 5%), is de uitkomst extreem en kun je de nulhypothese verwerpen.
Eenzijdig of tweezijdig toetsen en het verwerpingsgebied
eenzijdig toetst, ga je uit van een bestaand verschil
bijvoorbeeld:
–> een positief verschil toets je rechtszijdig.
Nederlandse mannen gemiddeld langer dan 181 cm zijn.
Je verwerpt de nulhypothese (1.81) als de
steekproefuitkomst extreem hoog is.
–> een negatief verschil toets je linkszijdig als je hypothese
is dat Nederlandse mannen gemiddeld korter dan
181cm zijn,
–> Toets je tweezijdig, dan verwerp je de nulhypothese als
de steekproefuitkomst erg hoog of erg laag is.
wanneer is er sprake van Statistische significantie
Significantie wordt meestal aangeduid met een p-waarde (= overschrijdingskans).
Als het onwaarschijnlijk is dat hun resultaten op toeval gebaseerd zijn.
Statistische significantie is enigszins willekeurig, omdat je zelf de drempelwaarde (alfa) kiest. De meest voorkomende drempel is p < 0.05, wat betekent dat de kans 5% is dat de resultaten worden gevonden terwijl de nulhypothese waar is. Een andere drempel die vaak wordt gekozen is p < 0.01.
Als de p-waarde lager is dan de gekozen alfa-waarde, mag je stellen dat het resultaat van de toets statistisch significant is.
Nul model is een
Interceptmodel
is het gemiddelde
Bij hypothese toetsen
- H0 = nulhypothese
- H1 = De alternatieve hypothese is meestal de onderzoekshypothese, die alleen aangenomen wordt door de nulhypothese te verwerpen.
Verwerpen/accepteren nulhypothese
Je toetst of een gevonden verschil op toeval berust of dat er écht een verschil bestaat tussen de twee steekproeven.
beslissing of je wel of niet de nulhypothese verwerpt, gebruik je de toetsingsgrootheid en/of de overschrijdingskans van de toetsingsgrootheid.
Als de overschrijdingskans kleiner is dan het significantieniveau dat je hanteert moet je de nulhypothese verwerpen.
Hhggg
Vgg