datasets Flashcards

1
Q

Voorbeeld

3 variabelen

A

variabele i = respondentnr
variabele Yi = lengte in cm
variabele Xi= leeftijd

met i geef je de lengte of leeftijd van een respondent aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Standaarddeviatie (S)

A

= gemiddelde
= 1. een statistiek (een beschrijvend getalletje)
2. een plaatsbepaling van centrum van datapunten
3. de beste gok als je een voorspelling wilt doen
= alle scores van y optellen en dan delen door het aantal
Bijv:
Van de Y, de lengte (y met streepje erboven)
Of als Sy (kleine y, van de lengte weergegeven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Berekening van het gemiddelde voor een variabele in formulevorm

A

Ygemiddeld = E(Y) = sommatie (sigmateken) van Yi
—————————————-
n

n –> staat voor totale steekproefgrootte, de hoeveelheid respondenten i is bijv 9.

Ygemiddeld = E(Y) = 1
—– . sommatie (sigmateken) van Yi
n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de definitie van een standaardafwijking

A

= De gemiddelde afwijking (afstand/verschil) van een observatie/score naar
het gemiddelde

= het gemiddelde van de gokfout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Positieve of negatieve afwijking tov gemiddelde

A

Positiev afwijking = rechts van het gemiddelde
negatief afwijking = links van het gemiddelde

Berekenen van de afstand tot gemiddelde ( is de verwachting):
= de waarde van de observatie - het gemiddelde (de verwachting)

in formule:
Y1 - Ygemiddeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De standaardafwijking in formule

A

wortel van 1 i = n
——- . sommatie van (Yi - Y gemiddeld)in kwadraat
n - 1 i = 1

n = de steekproef
Y = de variabele bijv. lengte
i = de respondent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly