De Neolithische “revolutie” Flashcards
1
Q
Landbouw
A
Het produceren en gebruiken van gedomesticeerde planten en dieren
2
Q
Sedentair
A
Vaste woonplaats voor verschillende jaren
3
Q
Kerngebied Natufiërs
A
- Zuid Levant
- Noord Israël-Jordanië
- Meer verspreid in latere periode waaronder Syrië/Turkije
- Key sites: El-Wad, Hayonim Cave, Abi Hureyra, Mureybat etc.
4
Q
Klimaat Natufiërs
A
- 13 000 - 11 000 v. Chr.: Allerød-interstadiaal
- Stijging van temperatuur & neerslag -> Gunstig
- 11 000 - 9 800 v. Chr.: Jonge Dryas - stadiaal
- Koud en droog
- Onstabieler -> Crisis?
5
Q
Klimaat: Vroeg Holoceen
A
- PPNA: Betere condities dan het Jong Drys
- Warmer en vochtiger, met meer stortbuien
- Grote verspreiding van graansoorten en bossen
- Stijging van zeelevels
- PPNB: Meer vochtige condities
6
Q
Corridor of pier structuren
A
- Steunberen -> Tweede verdiep
- Meerdere cellen/kamers
7
Q
‘Normaal’ menselijk sociaal netwerk
A
De grote van een groep (150) waarin een persoon een sterke, continue sociale relatie kan onderhouden
8
Q
Mega-site
A
- Een populatie van meer dan 1000
- Strategieën en structuren nodig voor het integreren van mensen en hun “normaal” menselijk netwerk
9
Q
History houses
A
- 3 herbouwingsfases van het huis
- 60/70 - 100 jaar levensduur
- Sommige huizen een sequentie van 420 jaar
- In algemeen meerdere begravingen en meer uitgewerkt
- Meer banken, installaties muurschilderingen etc.
- Ook terugkerend op dezelfde locatie in latere levels
10
Q
T-shaped stenen
A
- 6m - 10 ton -> PPNB kleiner
- Gezet in een sokkel dat uit de bedrock is gehouden
- 2 grote centraal en kleinere errond
11
Q
Hunter-Cultivators
A
- Geen gedomesticeerde granen!
- Cultivatie is geen domesticatie
- Opslagplaatsen, macrobotanische resten, onkruidstudie
- Lokale wilde granen en peulvruchten die gecultiveerd werden
- Velden onderhouden, selecteren van gunstige kenmerken, planten
- Naast granen -> verzamelen van noten, vijgen etc.
- bepaald door lokale omgeving