De Huid Flashcards

1
Q

Ander woord voor huidafwijkingen (latijns)

A

Efflorescenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er bedoeld met de huidflora?

A

Microben, schimmels, gisten, bacterieen, op de hoornlaag (beschermlaag voor bacterieen) ook wel zuurmantel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat verwijder je van de huid tijdens een opp. Reiniging, dieptereiniging?

A

Afvalstoffen, stof, talf, make-up,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is het nodig de huid op te warlen voor het verwijderen van comedonen en milia?

A

Ja: bij comedonen wel zodat de porieën open komen te staan en dan kun je makkelijk de comedoon verwijderen.

Nee: bij een milia is dat niet nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke producten hebben de voorkeur voor de reiniging van de huid?

A
Reinigings melk (normaal tot droog)
Créme (zware make up)
Hydrofiele olie (vette, vochtarme, onzuivere)
Reinigings moes (gemengd)
Wascreme (droog tot normaal)
Gel (vet)
Oog make up remover
Tonic/lotion
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar ligt de reinse barriere en wat is de functie?

A

In de opperhuid tussen de korrel en doorscheindendelaag

Functie: natuurlijk vlies houd vocht graat op peil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen een vrouwen en mannen huid?

A
Mannen huid:
Sterkere verhoorning
Vettere huid
Acne en littekens
Transpiratie
Hoge zuurgraad
Baardgroei (irritatie door scheren)
Doorbloedingd afwijkingen
Sterke doorbloeding
Grove porieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe controleer je het vochtgehalte, doorbloeding, gevoeligheid, spanning

A

Vocht: met 2 vingers de huid opheffen (craquelee effect is vocht tekort)
Doorbloeding: afdruk met vingers (binnen 2 sec kleur terug is goede doorbloeding)
Gevoeligheid: met spatel streep op borst trekken (rode streep is gevoelig)
Spanning: trekken aan de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van mestcellen?

A

Wondreparaties en opbouw tussenstof
Vormen weefselenzymen en weefselhormoon histamine
Massage zorgt voor betere doorbloeding (invloed mestcellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk weefselhormonen worden gevormd door een rode huid?

A

Histamine: vlekkerig rood (bij verbranding en beschadiging)

Acetylcholine: prikkels bij bv massage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stappen doen we bij een huidanalyse?

A

Anamnese (vragen)
Inspectie
Palpatie (tasten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is panniculose en hoe herken je het?

A

Is een sinnasappelhuid

Putjes in de huis, bobbelhuid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke laag geeft de huid zijn elastisiteit?

A

Netlaag in de lederhuid (stratum reticulaire)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is melaninrme en waar bevindt zich de melaninekorrel

A

Melanine is pigment

Bevind zich in de bassaalcellenlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn gewoonterimpels en plooien?

A

Fijne, mimistische rimpels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de huidlagen + latijnse namen

A

Opperhuid - epidermis
Lederhuid- corium, cutis dermis
Onderhuid - subcutis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Beschrijf de opperhuid (hoe ziet hij er uit, kenmerken)

A

0,05 tot 0,01mm dik
Meerlagig epitheelweefsel (geen tot weinig tussenstof)
Verandering van levende naar dode cellen
Geen zenuwen, bloed-en lymfevaten en klieren
Verhoornings proces duurd ongeveer 28 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Ontleed de opperhuid (de lagen) van boven naar onder

A
Hoornlaag (stratum coreum)
Doorschijnendelaag (stratum lucidum)
Korrellaag (stratum granulosum)
Stekelcellenlaag (stratum spinosum)
Bassaalcellenlaag (stratum cylindricum)
Bassaalmembraan (bindweefsel tussen opperhuid en lederhuid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Kenmerken van bassaalcellenlaag

A

Eenlagig cylindrsch epitheel
Zeer vochtrijk
Voedingsstoffen+zuurstof vanuit bloedvaatjes lederhuid
Voordurende celdeling (naarmaten ze naar boven schuiven worden ze platter)
Pigmentvorming (melanocyten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Kenmerken stekelcellenlaag

A

Meerlagig kubistisch epitheel met uitlopers (verbinding naar andere cellen)
Bassaalcellenlaag en stekelcellenlaag= kiemlaag (laag van malpagi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Kenmerken korrellaag

A

Meerlagig epitheel
Plattere cellen
Start verhoornings proces (levende cellen maken plaats voor dode)
Verrandering in eiwitmoleculen (keratohyalinekorrel. = Voorstadium hoornstof of keratine)

22
Q

Kenmerken doorschijnendelaag

A

Meerlagig epitheel
Platte cellen, dakgewijs zonder structuur op elkaar
Cellen verliezen kern
Keratohyalinekorrels word elëidine
Hygroscopische werking (wateraantrekkende) en hydrofiele (wateropzuigende) werking

23
Q

Kenmerken hoornlaag

A

Platte cellen liggen dakgewijs opelkaar
Elëidine word hoornstof (keratine) eindfase verhoorning
Bijeen gehouden door vetachtige stof
Slechts 10% water

24
Q

Wat is verhoorning?

A

Vorming nieuwe cellen start bassaalcellenlaag
Via andere lagen naar buiten toe opschuiven
Geen voeding door afstand bloedvaten lederhuid
(Uitdroging = verhoorning)
Verandering celvorming
Chemische verandering eiwitten start korrellaag
Proces ongeveer 28 dagen (psoreasis 4 dagen)

25
Q

Wat gebeurd er met het eiwitmoluculen in verhoornings proces?

A

Keratohyalinekorrels in korrellaag worden
Elëidine in doorscheindende laag en
Hoornstof/keratine in hoornlaag

26
Q

Waar bevind zicht de remheinse barriere in de opperhuid en wat is het?

A

De rheinde barriere licht tussen de korrel en doorschijnendelaag
Het is een natuurlijk vlies dat de vochtgraad oppeil houd

27
Q

Waar bevind zicht de remheinse barriere in de opperhuid en wat is het?

A

De rheinde barriere licht tussen de korrel en doorschijnendelaag
Het is een natuurlijk vlies dat de vochtgraad oppeil houd

28
Q

De kenmerken van de lederhuid

A

O,5 tot 3mm dik
Dichtbindweefsel (cellen met veel tussenstof)
Collagene vezels (steun + stevigheid)
Elastine vezels (elasticiteit)
Retriculine vezels ( structuur door nerwerk)

29
Q

Wat zijn de tussen weefsel cellen van de lederhuid?

A

Fibroblasten
Histiocyten
Mestcellen

30
Q

Wat zijn fibroblasten en wat is de functie

A

Bindweefselcellen die grondstoffenleveren voor: opbouw vezels in lederhuid
vorming grondsubstantie
Vorming antilichamen (tegen bacterieen en ziektes)

31
Q

Wat zijn histiocyten en de finctie

A

Beweegelijke cellen

Door bewegelijkheid kunnen ze openten en verteren van bacterzieen en ziektes

32
Q

Functie van mestcellen?

A

Wondreparatie en opbouw tussenstof
Vormen weefselenzymen en weefselhormoon histamine
(Histamine kan bloedvaten verwijden bij bv zonnebrand of irritatie)

33
Q

Waarvoor dienen de bloed en lymfe vaten in de lederhuid?

A

Voor de bloedvoorziening van de bassaalcellenlaag in de opperhuid.

Ze zorgen voor aanvoer van voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen in de huid.

Regelen de lichaamstemperatuur

34
Q

De lagen van de lederhuid en functie

A

Papillenlaag (stratum papillaire)
Direct onder de opperhuid
Veroorzaakt lijntjes aan het huidoppervlak (vingerafdruk)
Bevat bloed en lymfe vaten voor voeding opperhuid

Netlaag (stratum reticulaire)
Grootste deel van lederhuid
Bevat bloed en lymfevaten, zenuwen en klieren
Maakt de huid soepel,rekbaar en stevig
Door regelmaat ontstaat splijtrichting (denk aan chirurg)

35
Q

Functie van de onderhuid en het vet in onderhuid

A

Vet beschermd lichaam (vormt stootkussen voor organen)
Bij zwabgerschap beschermt vet de baby tegen stoten
Het bepaald de veerkracht en de vorm
Reserve voorraad
Beschermd tegen de kou

36
Q

De zuurmantel in PH waarden

A

5,5 tot 5,8

37
Q

Aandoening hoornlaag

A
Ichtyosis = schubbenhuid
Millia (gerdtenkorrel)
Eelt
Schilferigehuid
Verhoornde haarzakjes
Psoreasis
38
Q

Aandoening pigmentering

A

Hyperpigmentatie :
Sproeten
Levervlekken

Hypopigmentatie:
Witte vlekken/vitiligo

39
Q

Aandoening bloedvaten

A

Wijnvlek (naevus flameus)

Spataderen (varices)

40
Q

Afwijkingen vetweefsel

A

Panniculose

Cellulitis

41
Q

Aandoeningen bij vette huid

A
Seborrhoe oleosa (glimmende huid)
Seborrhoe sicca (droog en schilferig en vet)
Acne valgaris (jeugdpuistjes)
Acne conglobata (ergste vorm)
Acne keloidalis (litteken vorming)
42
Q

Stratum cylindricum

A

Bassaalcellenlaag

43
Q

Stratum spinosum

A

Stelekcellenlaag

44
Q

Stratum granolosum

A

Korrellaag

45
Q

Stratum lucidum

A

Doorschijnende laag

46
Q

Stratum coreum

A

Hoornlaag

47
Q

Basale membraan waar licht het en wat doet het

A

Licht tussen opperhuid en lederhuid

Geeft voedings stoffen en neemt afvalstoffen

48
Q

Met welke laag van de huid kun je de haarmatrix vergelijken

A

De bassaalcellenlaag

49
Q

In welke laag van de huid liggen zweetklieren, zenuwuiteinden, huidspiertjes en haarzakjes

A

In de lederhuid

50
Q

Wat is een sebotase huid

A

Droge huid