De filosofie wordt een systeem Flashcards

1
Q

filosofie wordt een systeem

–> systeembouwers Plato en Aristoteles

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

PLATO
consistentieleer over de ziel
het inzichtelijke

A
  • consistentie leer over de ziel
    1. redelijke ziel: verstandigheid
    2. vurige: dapperheid
    3. vermogen tot redeneren: zelfbeheersing
  • -> rechtvaardigheid = overkoepelende deugd

-Het inzichtelijke
bouwt verder op Heraclitus en Parmenides: kennis= zijn, mening= worden

–> ware kennis is een ander object= ideeënleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

morele staatsorde

A

filosofen uitverkoren om te leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zintuigelijke kennis

A

= meningen: onvoldoende als basis voor de kennisverwerving

waarnemingsobjecten
concreet
onstabiel
onzuiver: altijd gemengd met het tegengestelde vb cirkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

probleem vd morel opvoeding

A

morele overtuigingen zijn kwetsbaar, oplossing: op zoek naar kennis als fundament van moraliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kennis

A

stabiel
onveranderlijk
universeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ideeënwereld

A

de ideeën: staan los van de concrete werkelijkheid

2 werelden:
kennis - ideeën - verstand - zijn
mening - waarneembaar object - zintuigen - worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

PARTICIPATIE

A

2 werelden staan in relatie met elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

MIMENIS

A

= nabootsing
de zintuigelijke dingen zijn ‘afbeeldingen’ van de ideeën
werkelijkheidswaarde is kleiner dan het model ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het goed

A

verheven boven alle ideeën, zelfs boven het zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

analogie van de zon en de allegorie van de grot

A

zon= het goede
buiten de grot= kennis
in de grot= mening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de lotgevallen van de onsterfelijke ziel

A

kennis van ideeen a priori: kennis al verworven door de ziel in de ideeenwereld, maar verloren bij geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ANAMESIS

A

wede herinneren
kennis van voor de geboorte wede herinneren
–> maieutiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

MAIEUTIEK

A

=vroedvrouwkunde
iemand kan iemand anders helpen dmv een dialoog om in cc te komen met de ware kennis
–> dialektiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

DIALEKTIEK

–> filosofie= leren sterven

A

dialoog met jezelf en anderen die leidt tot de toestand die onze ziel voor de geboorte was en na onze dood zal worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly