De extremiteiten Flashcards

1
Q

Kleine huidschilfers

A

Deze zitten aan de nagelrand. De huidschilfers moeten niet afgeknipt worden omdat dit aanleiding kan geven tot infectie en deze toch vanzelf verdwijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wasvrouwenhandjes

A

Men ziet hier diepe groeven in de handpalmen, vooral bij posttermen en dysmaturen. Hetzelfde verschijnselen ziet men ook aan de voetzolen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zuigblaartjes of torus

A

Omdat sommige kinderen in de buik al op hun vinger zuigen, worden ze vaak geboren met een blaartje op één van de vingers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Apenplooi

A

Hierbij loopt de transversale plooi in de handpalm volledig door in plaats van halverwege. Dit komt vaak voor bij kinderen met het syndroom van Down en andere congenitale afwijkingen, maar ook normale kinderen kunnen apenplooien hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kromme pink

A

Bijna alle kinderen met het syndroom van Down hebben een korte en kromme pink. Soms ziet men dit ook bij normale kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Polydactylie

A

Dit is een duplicatie van een vinger of teen. Het kan soms gaan om enkel een vlezig aanhangsel tot een perfecte vinger of teen. Soms wordt dit geassocieerd met andere afwijkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Syndactylie

A

Hier gaat het om een geheel of gedeeltelijk samengroeien van vingers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Perionyxis

A

Dit is een ontsteking van de nagelrand of onder de nagel. Dit is een veel voorkomende infectie tijdens de eerste levensweek. Dit dient lokaal ontsmet en opengeprikt te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ingegroeide nagel

A

Dit komt in de eerste levensweek vaak voor aan de grote teen en hier is geen behandeling voor nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Platvoeten

A

Alle pasgeborenen hebben platvoeten. De welving in de voetzool onwtikkelt zich pas later.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

O-benen

A

Alle pasgeborene hebben O-benen en dit wordt veroorzaajt door de kromming van Tibia. Dit verdwijnt bij het opgroeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pas equinovarus of klompvoet.

A

Hierbij staat de voet in planataire flexie en is hij naar binnen gedraaid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Abductiebeperking van de heup

A

De kom of kop is meer of minder ontwikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly