de examen vragen Flashcards

1
Q

Kadastraal inkomen (KI):

A

het is een fictieve huurwaarde die de staat plakt op uw goed, elk jaar moet je een bepaald bedrag aan de overheid betalen als ‘huur’. De betaling is onder de vorm van onroerende voorheffing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een hypotheek

A

-Is een waarborg geven voor een schuld op vraag van een schuldeiser
-Als je een lening aangaat voor een huis, dan gaat de bank u een lening geven maar op voorwaarde dat er een hypotheek mag gelegen worden op uw huis. Als je uw huis niet meer kan betalen dan is het huis voor de bank. Dit is enkel op onroerend goed!
-Blijft geldig voor 30 jaar!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een stroman

A

Wat is een stroman: iemand die enkel bij openbare verkoop in de plaats van iemand anders koopt, zo blijft de koper onbekend t.o.v. de verkoper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een commandverklaring

A

Het is een verklaring waarbij de koper een goed anoniem kan kopen, door een “stroman” koper aan te duiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het verschil tussen tekortschatting en prijsbewimpeling

A

-prijsbewimpeling is expres een te lage prijs vragen/betalen en deel wss in het zwart (gepakt worden is boete en resterende waarden betalen)
-tekortschatting is per ongeluk een te lage waarden gegeven niet strafbaar wel extra registratie waarde betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent ‘abattement’ bij aankoop van een woning of bouwgrond?

A

-Het is een vermindering van verkooprechten MAAR het moet om een enige woning gaan + je moet voldoen aan alle voorwaarden
-Voorwaarden:
o Enige woning
o Binnen 2 jaar wonen (huis) of 5 jaar (bouwgrond)
o Natuurlijk persoon
o Volledig goed kopen
o In volle eigendom
o Gelegen in vlaamse gewest
o De aankoop is zuiver (geld betalen)
o Voor alle kopers samen beoordeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een erfdienstbaarheid

A

is een last op een erf (dienstbaar erf) gelegd tot gebruik en tot nut van een erf (heersend erf) dat aan een andere eigenaar toebehoort
-Het is een zakelijk recht
o Tussen eigenaars, NIET tussen pachters of huurders
o Verbonden aan het goed en niet aan de personen. Het recht wordt doorgegeven
o Kan enkel bestaan indien er verschillende eigenaars zijn
o Erfdienstbaarheden zijn altijddurend, tenzij ander overeengekomen
Vb. Doorgangswegen, windmolens, hoogspanningskabels, recht van gebruik van oever aan uw kant, bomenrij die tegen scheiding staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen lichten en uitzichten?

A

-Lichten zijn openingen die zo zijn afgesloten dat zij enkel licht kunnen doorlaten en dus niet opengaan
-Uitzichten zijn openingen die zowel licht als lucht kunnen doorlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het doel van de pachtwet?

A

-Grote bedrijfszekerheid voor de pachter
-Verbeterd rendement voor de eigenaars
o Wettelijke aanpassing van pachtprijzen (Kadastraal inkomen)
o Fiscale voordelen
Verpachter = eigenaar van de grond
Pachter = degene die de grond pacht (huurt)
Is alle grond als eigendom rendabel? –> NEE, pacht is rendabeler

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 3 voorwaarden tot pacht?

A

-Huurovereenkomst (pacht ‘huur’ betalen)
-Land- of tuinbouwbedrijf zijn of hebben
o Moet een BTW nummer hebben waarin staat dat je land- of tuinbouwer bent + moet geregistreerd zijn bij ministerie land- en tuinbouw
-Landbouwbestemming/ producten (de goederen die er geproduceerd worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is onteigening?

A

-De overheid beslist dat aan uw grond een andere bestemming wordt gegeven en dwingt u ertoe om uw eigendom te verkopen en verlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie kan er onteigenen?

A

-Het is een voorrecht van de overheid
o Federale overheid
o Gewest, gemeenschap
o Provincie, gemeente
o OCMW, intercommunales (= samenwerking tussen gemeentes voor bepaalde diensten aan te bieden zoal elektriciteit, water…)
-Er is wel steeds een koninklijk besluit vereist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het natuur decreet

A
  • Het standstillprincipe: een halt toe roepen aan de achteruitgang van de natuur
  • Het voorkomingsbeginsel: verlies of schade aan natuur trachten te voorkomen
  • Het principe van ecologische compensatie: als er ergens natuur verdwijnt, dan moet dat op een andere plek worden gecompenseerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ziet de procedure van de ruilverkaveling uit?

A

-Onderzoeken of het wel nuttig is
o Kan minister uit eigen initiatief of na aanvraag van ten minste 20 belanghebbende eigenaars of grondgebruikers
-Als er besloten wordt dat het nuttig is, dan begint men aan de uitvoering van de ruilverkaveling
-De procedure kan meer dan 8 jaar in beslag nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het doel van het map/mestdecreet

A

-Waterverontreiniging door nitraten en fosfaten uit agrarische bronnen tegengaan en voorkomen
-Beperking van luchtverontreiniging bij het gebruik en productie van meststoffen: dierlijke en kunstmeststoffen
o Methaan
o Ammoniak = defungeert gemakkelijk in de lucht
o Lachgas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de nitraatrichtlijn?

A

Max. 50mg NO3/L

17
Q

Verschil tussen spuistroom en spuiwater:

A

-Spuiwater: vloeistof niet herbruikt als waswater in luchtwas systeem voor ammoniak
-Spuistroom: drainwater dat niet hergebruikt wordt als voedingswater, komt uit de tuinbouw
Alle verwerkte mest is mest die NIET op Vlaamse gronden komen

18
Q

Uitrijregeling

A

Uitrijden van type 2 meststoffen (alle meststoffen die niet tot type 1 of 3 behoren):
-Op grasland: toegelaten t.e.m. 14 augustus
-Op akkers (niet zware klei): uitrijden na de oogst van de hoofdteelt kan:
o t.e.m. 31 juli als uiterlijk op 31 juli een nateelt wordt ingezaaid
o t.e.m. 31 augustus als het gaat om een niet-nitraatgevoelige hoofdteelt en er uiterlijk 15 september een vanggewas ingezaaid wordt. De maximale dosis is dan beperkt tot 36 kg werkzame N/ha.

19
Q

wat is mestverwerking

A

alle nutriënten (P en N) komen NIET op Vlaamse bodems terecht!
Mestverwerkingscertificaten krijgt je zodra u mest is verwerkt

20
Q

wat is derogatie

A

= afwijken van 170 kg N/ ha uit dierlijke mest
Aanvragen in januari!!

21
Q

wat is een VEN gebied

A

een vlaams ecologisch netwerk

22
Q

Hoe zijn het RUP en het RSV met elkaar gelinkt?

A

-RUP: ruimtelijke uitvoeringsplannen: hier worden de theorieën van het RSV uitgevoerd in praktijk
-RSV: ruimtelijk structuurplan Vlaanderen: hier gaat het over de theorieën

23
Q

Wat zit er in het ruimtelijk uitvoeringsplan?

A

-Documenten met kaarten en teksten
-In de plaats van “oude BPA’s”
-Soms per thema
-Recht op voorkoop (gemeente, prov., VG)
-Planbaten – planschadedossiers (fonds)

24
Q

DGZ dierengezondheidszorg Vlaanderen

A

(in Wallonië: ARSIA)
DGZ is een onderdeel van FAVV = Federaal Agentschap voor de Veiligheid van Voedselketens
Sanitel: elektronische centrale databestand waar alle koeien en hun transacties instaan
Binnen de 7 dagen moet
Wat moet in een beslaginventaris staan:
- Geboortes en aankopen
- Sterftes en verkopen
- Gespeende biggen
- Bij aankoop de verkoper/ bij verkoop de koper
- Elke varkenshouder waar dieren geladen of gelost worden, zal een laad- of losbon ontvangen van de vervoerder. Deze bonnen dienen door de veehouder bewaard te worden
Bij hertachtigen krijgen ze pas een oormerk als ze dood gaan

25
Q

wat is hypothermie en hyperthermie

A

Hypothermie = onderkoeling
Hyperthermie = oververhitting

26
Q

wat is vasoconstrictie en vasodilatatie

A

Vasoconstrictie = het vernauwen van de slagaders door de daar aanwezige gladde spieren.
Vasodilatatie = het verwijden van de bloedvaten door middel van de daar aanwezige spieren.

27
Q

vleeskwaliteit (PSE en DFD)

A

Probleem bij varkens:
PSE – karkas = Pale Soft Exudative = bleek, te zacht, uitgedroogt. Door stress en volle maag zit er nog veel glucose in de spieren en gaat het anders uitvasten
DFD = dark firm dry = als er helemaal geen energie meer is in de spieren en het vlees wordt dan zwart

28
Q

afkortingen: FAVV, PCE, ZP, RP

A

*FAVV = Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
*PCE = Provinciale Controle Eenheid
*ZP = Zona Protecta = beschermd gebied
*RP = Replacement passport = vervangingspaspoort

29
Q

wat is binnenbrengen en verzenden

A
  • Binnenbrengen = goederen verhandelen uit een EU-land naar België
  • Verzenden = goederen verhandelen van België naar een ander EU-land
30
Q

wat is import en export

A
  • Import = goederen verhandelen uit een niet-EU-land naar België
  • Export = goederen verhandelen van België naar een niet-EU-land
31
Q

doel plantenpaspoort

A

-Verspreiding van schadelijke organismen, waarvan planten drager kunnen zijn, op grondgebied van EU tegengaan

32
Q

wat is VLIF

A

Vlaams Landbouw Investeringsfond
-Jonge landbouwers ondersteunen bij een overname of opstart van een bedrijf

33
Q

voorwaarden VLIF

A

-Jonger dan 40 jaar
-Boekhouding hebben
-In Vlaanderen gelegen
-Leeft wettelijke normen na
-Moet over de kennis beschikken
-De nodige documenten voorleggen voor overname (notariële akte)
-Opstartverrichtingen tonen

34
Q

wat is MTR

A

MTR = Mid Turn Review (onderdeel van GLB)
GLB = gemeenschappelijk landbouwbeleid van EU

35
Q

randvoorwaarden MTR

A

-Beheereisen inzake gezondheid van mens, plant, dier en milieu en dierenwelzijn
-Minimumnormen inzake bodemerosie, organische stof, bodemstructuur, minimaal onderhoud
-Verplichting behoud totale oppervlakte blijvend grasland

36
Q

de 19 richtlijnen uit de beheereisens

A
  1. Vogel- en habitatrichtlijn
  2. Grondwaterrichtlijn
  3. Slibrichtlijn
     verbod op slib uit rioolwaterzuiveringsinstallatie
     voorwaarden zuiveringsslib
  4. Nitraatrichtlijn
     Max. 50mg NO3/L
  5. Identificatie en registratie van dieren
     Sanitel
  6. Gewasbeschermingsrichtlijn
     Verbod op niet erkende spuitstoffen
     Fytolicentie erkenning
     Periodieke keuring spuittoestel
  7. Hormonenrichtlijn
     Geen verboden middelen gebruiken op dieren
     Hoeven geen hormonen te zijn, kan ook antibiotica zijn
  8. Levensmiddelenverordening
     Traceerbaarheid en aansprakelijkheid voor voedingsmiddelen
     Verbod ongeschikte voeders
  9. BSE- verordening
     Naleven regels te preventie, bestrijding en uitroeiing van BSE
     Melding van verdachten dieren
  10. Melding van ziekten
     Idem BSE, vogel en varkensgriep
  11. Dierenwelzijnsrichtlijnen
     Naleven van minimum normen inzake oppervlakte, huisvesting, voersystemen…