De eerste gedeelte Flashcards
boek 2
misdrijf
boek 3
overtredingen
artikel 91 Sr
Boek I is ook van toepassing op bij andere wetten of verordeningen strafbaar gestelde feiten
Commuun strafrecht
strikt genomen het geheel van strafbare feiten zoals omschreven in boeken II en III WbSr.
Bijzonder strafrecht
bijzondere strafwetten zoals Opiumwet, WVW en WED.
Genormeerd dus door boek I WbSr!
Beccaria
-rechtszekerheidd.m.v. geschreven wetgeving
-wetgeving dus belangrijkste rechtsbron/kennisbron
Legaliteitsbeginsel van de litaratuur Broers van Beccaria
Als basisvoorwaarden voor een dergelijk rationeel strafrecht gold dat dit strafrecht voor iedereen duidelijk moest zijn en voor iedereen gelijk moest zijn. Om dit te bereiken moest het strafrecht worden gecodificeerd en moest de strafrechtelijke overheid aan dit geschreven recht worden gebonden door middel van een legaliteitsbeginsel.
tot hoever kan/mag de rechter reiken bij de interpretatie?
oaverbod van analogische interpretatie als grens
causaliteit
leer van de redelijke toerekening: kan het gevolg redelijkerwijs worden toegerekend aan de verdachte?
indien culpa
dan kruipt ook de wederrechtelijkheid op naar boven in het vierlagen- model! Zowel wederrech’ als verwijtb’ is dan bestanddeel ipv element
kleurloos opzet
de dader moet zich bewust zijn van zijn handelingen, maar niet noodzakelijkerwijs van het feit dat deze handelingen in strijd zijn met de wet
boos opzet
de dader niet alleen willens en wetens handelt, maar ook beseft dat zijn handelingen onrechtmatig zijn en strafbaar gesteld zijn. Bijv. vergunningplichtigheid bij sommige economische delicten
voorwaardelijk opzet arresten
inrijden op agent, hoornse taart, cicero, aanmerkelijk kans
culpa
verwijtbare aanmerkelijke/grove mate van onoplettendheid of onvoorzichtigheid
verpleegster culpa
men had anders moetenhandelen en men had ook daadwerkelijk anders kunnenhandelen
bewuste culpa
de dader realiseert zich niet dat hij onvoorzichtig is, maar had zich dat wel moeten realiseren
onbewuste culpa
de dader realiseert zich dat hij onvoorzichtig bezig is, maar gelooft (ten onrechte) in een goede afloop
roekeloosheid
dat moet afzonderlijk in de wet zijn opgenomen: bijvart. 308 lid 2 Sr
3 voorwaarden van poging
Misdrijf
Voornemen van de dader op dat misdrijf
Geopenbaard door begin van uitvoering van dat misdrijf
objectieve leer
De gedraging ic en de vraag of dit naar uiterlijke verschijningsvorm moet worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf