De aard en oorsprong van attitudes Flashcards
Attitude
een evaluatie van (of houding tegenover) een attitudeobject, zoals mensen, voorwerpen en
ideeën. Bestaat uit 3 componenten:
1. Affectieve component: onze gevoelsmatige reactie op het attitudeobject.
2. Cognitieve component: onze gedachten en opvattingen.
3. Gedragsmatig component: onze neiging tot handelen ten opzichten ervan.
3 componenten attitude
- Affectieve component: onze gevoelsmatige reactie op het attitudeobject.
- Cognitieve component: onze gedachten en opvattingen.
- Gedragsmatig component: onze neiging tot handelen ten opzichten ervan.
Tricomponent attitudemodel
Attitudes die zijn samengesteld uit drie componenten:
1. Affectieve component: onze gevoelsmatige reactie op het attitudeobject.
2. Cognitieve component: onze gedachten en opvattingen.
3. Gedragsmatig component: onze neiging tot handelen ten opzichten ervan.
De situatie heeft invloed op…
welk component meer aanbod komt.
Tweelingen en attitude componenten
Uit onderzoek is gebleken dan tweelingen hun attitude componenten op elkaar lijken en dat dit ervoor zorgt dat ze meer dezelfde attitude hebben naar iets.
Verder heeft omgeving ook veel invloed.
Heeft omgeving veel invloed op attitude componenten
Si
Op cognitie gebaseerde attitudes:
attitudes die voornamelijk gebaseerd zijn op iemands opvattingen over en kennis van de eigenschappen van een attitudeobject.
- Hierbij overheerst de cognitieve component.
- Je maakt dus snel een weging van de voor- en nadelen.
Op affect gebaseerde attitudes
attitudes die meer gebaseerd zijn op iemands gevoelend en
waarden ten opzichte van het attitudeobject dan op opvattingen over de eigenschappen van een
attitudeobject. (Bijv. een warm gevoel krijgen bij muziek)
Waardoor kunnen affect gebaseerde attitudes ontstaan
- Klassieke conditionering: stimulus – respons.
- Operante conditionering: belonen en straffen.
- Priming
Klassieke conditionering
stimulus - respons
Operante conditionering
belonen en straffen
Op gedrag gebaseerde attitudes
attitudes die gebaseerd zijn op iemands observatie van hoe
diegene zich gedraagt tegenover een attitudeobject.
Waar zijn attitudes meer op gebasseerd
observaties van je eigen gedrag.
(“ja ik denk dat ik sporten leuk vind, omdat ik 3 keer per week ga”).
Expliciete attitudes
attitudes die we bewust onderschrijven en gemakkelijk kunnen reproduceren.
Bewuste houding bij iets.
Impliciete attitudes
attitude die onwillekeurig, onbestuurbaar en vaak onbewust is.
Onbewuste houding bij iets.