D5M3 Voc Flashcards

1
Q

Het knutselen

A

Le bricolage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een nachtmerrie

A

Un cauchemar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een musical

A

Une comédie musicale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een dronerace

A

Une course de drones

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een motto

A

Une devise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het schaken

A

Les échecs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het buitenland

A

L’étranger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een initiatie, kennismaking met

A

Une initiation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een rolschaats

A

Un patin à roulettes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het rolschaatsen

A

Le patinage à roulettes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het windsurfen

A

La planche à voile

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het diepzeeduiken

A

La plongée sous-marine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Het beeldhouwen

A

La sculpture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een gevoel van vrijheid

A

Une sensation de liberté

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De waterpolo

A

Le water-polo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onbekend

A

Inconnu(e)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Lichamelijk, fysiek

A

Physique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Vernieuwend

A

Novateur, novatrice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Slechtste, ergste

A

Pire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Dromerig, mijmerend

A

Rêveur, rêveuse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Bewegen

A

Bouger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Creëren, bedenken, scheppen

A

Créer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Groeien, groot worden

A

Grandir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Uitvinden

A

Inventer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Iemand motiveren om
Motiver quelqu’un à
26
Schaatsen
Patiner
27
Vooruitgaan
Progresser
28
Behalen
Rapporter
29
Trainen
S’entrainer
30
Zich uitdrukken, zich uiten
S’exprimer
31
Zich onderdompelen in
S’immerger dans
32
Het moeilijk hebben om
Avoir du mal à
33
Een gezonde geest in een gezond lichaam hebben
Avoir un esprit sain dans un corps sain
34
In het geheim
En cachette
35
In, naar de kleuterschool
En maternelle
36
Omgeven, omringd zijn door
Être entouré(e) de
37
Gepassioneerd zijn door
Être passionné(e) de
38
Boos zijn op iemand
Faire la tête à quelqu’un
39
Er plezier in scheppen om
Prendre du plaisir à
40
Zelfs al, ook al
Même si
41
Een museum
Un musée
42
Een taal
Une langue
43
Sportief
Sportif, sportive
44
Een gsm
Un portable
45
Sociale media
Des réseaux sociaux
46
Lezen
Lire
47
Een idool
Un(e) idole
48
Fantastisch
Fantastique
49
Activiteiten
Des activités
50
Chatten
Chatter
51
Vervelend
Ennuyeux
52
Avonturen
Des aventures
53
Het zwemmen
La natation
54
Het lezen
La lecture
55
Het paardrijden
L’équitation
56
Het varen
La voile
57
Pétanque
La pétanque
58
Ijsschaatsen
Patiner sur glace
59
Het beklimmen
L’escalade
60
Een trektocht maken
La randonnée
61
Raften
Le rafting
62
Zeilen
Le kite-surf
63
Het golfen
Le golf
64
Het skaten
Le skateboard
65
Dansen
La danse
66
Het ballet
Le ballet
67
Gezelschapsspelletjes
Les yeux de societé
68
Het gamen
Le gaming/les yeux vidéo
69
Het tekenen
Le dessin
70
Het theater
Le théâtre
71
Het zingen
Le chant
72
Het vioolspelen
Le violon
73
Het drummen
La batterie