D5M1 Flashcards
een grap,mop
une blague
een kaars
une bougie
een pet
une casquette
een kanaal
une chaine
alledaagse zaken
les choses du quitidien
een komiek
un, une comique
een verbinding
une connexion
een depressie
une dépression
een gamer, gamster
un, une gamer
een humorist, komiek
un, une humoriste
de volwassenheid, meerderjarigheid
la majorité
een Facebookmuur
un mur Facebook
een batterij
une pile
een kwart, vierde
un quart
een kwarteeuw
un quart de siècle
het alledaagse
le quotidien
het pensioen, op rust zijn
la retraite
een eeuw
un siècle
een zeurpiet, lastpak
une type casse-pieds
een view, weergave
une vue
saai
barbant, barbante
begaafd voor
doué, douée pour
commercieel, met het doel handel te drijven
commerçant, commerçante
vervelend
embêtant, embêtante
enerverend
énervant, énervante
respectloos
irrespectueux, irrespectueuse
irritant
irritant, irritante
saai
rasoir, rasoire
grappig
rigolo, rigolote
in de steek laten
abandonner
appreciëren, waarderen
apprécier
enrvenren, op de zenuwen werken
énerver
twijfelen, aarzelen (tussen)
hésiter
iemand behagen, bevallen
plaire à quelqu’un
iets verwachten
s’attendre à quelque chose
iemand verleiden (tot, om)
séduire quelqu’un
iemand volgen
suivre quelqu’un
een onderwerp behandelen
traiter un sujet
iemand de voeten uithangen
casser les pieds à quelqu’un
iemand stress geven
faire stresser quelqu’un
Er otbreekt iets.
il manque quelque chose
iemand (+bijv naamwoord) maken
rendre quelqu’un (+adjectief)
iemand/ iets voelen aankomen
sentir venir quelqu’un/quelque chose
daarentegen, aan de andere kant
en revanche