Cytokinen als 2re mediatoren in overgevoeligheidsreacties type 1 Flashcards

1
Q

IL-1 en TNF

A

Werken synergetisch: meer CAM op celoppervlak, zodat neutrofielen makkelijker migreren naar inflammatiehaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

IL-4 en IL-13

A

Zorgen voor differentiatie tot TH2-cellen en induceren CSR naar IgE-productie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

IL-3

A

Activeert eosinofielen, basofielen en mastcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

IL-5

A

Activeert eosinofielen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

IL-6

A

Stimuleert synthese van acutefase-eiwitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

IL-8

A

Belangrijkste chemoattractant voor neutrofielen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

IL-9

A

Activeert mastcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

IL-10 en TGF-β

A

Anti-inflammatoire cytokinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

GM-CSF

A

Granulocyt-macrofaag koloniestimulerende factor.
Stimuleert aanmaak van nieuwe myeloïde cellen: mastcellen, basofielen, eosinofielen en neutrofielen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly