Cultuur en dimensies van Hofstede Flashcards

1
Q

Welke dimensies van Hofstede zijn er?

A
  1. Grote machtsafstand versus kleine machtsafstand
  2. Individualistisch versus collectivistisch
  3. Masculien versus feminien
  4. Lage onzekerheidsvermijding versus hoge
    onzekerheidsvermijding
  5. Langetermijngerichtheid versus kortetermijngerichtheid
  6. Hedonisme versus soberheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Grote machtsafstand versus kleine machtsafstand

A

In samenlevingen met grotere machtsafstand verwachten en accepteren mensen dat de macht ongelijk verdeeld is, bijvoorbeeld in politiek maar ook school, gezin of organisaties.

In samenlevingen met kleine machtsafstand wordt machtsongelijkheid minder geaccepteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Individualistisch versus collectivistisch

A

In collectivistische samenlevingen verwachten en accepteren mensen dat het groepsbelang prevaleert boven het individuele belang, en dat individuen vanaf hun geboorte opgenomen worden in sterke, hechte groepen.

Van individualistische samenlevingen is er sprake als mensen in het algemeen het belang van het individu stellen boven het belang van de groep en de onderlinge banden tussen de individuen los zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Masculien versus feminien

A

In een masculiene samenleving accepteren en verwachten mensen dat genderrollen duidelijk gescheiden zijn.

In meer feminiene samenlevingen kunnen genderrollen elkaar overlappen, omdat mensen minder duidelijke grenzen trekken op basis van gender.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lage onzekerheidsvermijding versus hoge onzekerheidsvermijding

A

In samenlevingen met een hoge onzekerheidsvermijding voelen mensen zich sneller bedreigd door onzekere of onbekende situaties dan in samenlevingen met lage onzekerheidsvermijding. Dit uit zich op maatschappelijk niveau door de aanwezigheid van meer of minder formele en informele regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Langetermijngerichtheid versus kortetermijngerichtheid

A

In samenlevingen met grote langetermijngerichtheid zijn mensen gericht op het streven naar beloning in de toekomst, vooral door middel van volharding en spaarzaamheid.

In samenlevingen gekenmerkt door kortetermijngerichtheid hechten mensen sterker aan deugden als respect voor traditie, het voorkomen van gezichtsverlies en het voldoen aan sociale verplichtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hedonisme versus soberheid

A

In samenlevingen waar soberheid centraal staat bestaat de overtuiging dat behoeftebevrediging (genieten van het leven en plezier maken) in toom moet worden gehouden en gereguleerd moet worden door strikte sociale normen.

Terwijl in sterk hedonistisch georiënteerde samenlevingen vrije behoeftebevrediging centraal staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kritiek op Hofstede

A

Kritiek op de studie van Hofstede richt zich op het statische, homogene idee van cultuur en het stigmatiserende karakter dat deze benadering zou hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is cultuur?

A

Het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In het hoofd: Waarden

A

Idealen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In het hoofd: Opvattingen

A

Ideeën bij bv een links of rechts
waardensysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In het hoofd: Voorstellingen

A

Verhalen over een gebeurtenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aan de buitenkant: Uitdrukkingsvormen

A

Symbolen als een kruis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe het gedrag geregeld wordt: normen

A

gedragsregels (hoort bij waarden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe het gedrag geregeld wordt: Instituties

A

bv huwelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dominante cultuur

A

Is de cultuur van de
groep in de samenleving met een invloedrijke
politieke of economische positie.

12
Q

Subcultuur

A

Subculturen zijn levensstijlen die overlappen met de dominante cultuur maar er deels van afwijken. Bekende voorbeelden van subculturen zijn verschillende jeugd- of jongerenculturen.

13
Q
A