CST - cancer Flashcards
Kinase
Zet phosphate op substraat
Phosphatase
Haalt phosphate van substraat af
Effect van tumorcellen op EGFR
- Verhoogde EGFR expressie
- Autocrine ligand loop
- Heterodimerisatie en cross talk
- Down-regulatie vaan phosphatase.
- Mutatie EGFR, waardoor altijd actief.
MAPK/ERK pathway
RAS -> RAF -> MEK -> MAPK/ERK
PI3K/AKT pathway
PI3K -> PIP3 -> AKT -> mTOR
Proto-oncogen
Spelen rol bij groei en deling van gezonde cellen.
Tumor suppressors
Voorkomen onbeperkte deling van gezonde cellen.
Emax
maximale effect
EC50
Concentratie waarbij 50% van het effect wordt behaald
Basale activiteit
Activiteit van een receptor zonder ligand
CIM mutatie
Constitutive inactive mutant = Gemuteerde receptor is minder actief dan de wild type
LFM mutatie
Loss of function mutants = Volledig functie verlies
CAM mutatie
Constitutively active mutants = Gemuteerde receptor heeft een basale activiteit of is makkelijker te activeren
P53
transcriptie factor, die de cel cyclus en cel survival regelt
Activatie proto-oncogen
Translocatie, overexpressie, gen amplificatie, mutatie of deletie
Determinanten metastase:
Slaap, microbiome, soluble signals, adhesive signalen ECM & mechanische pressure
Rho
stress fibers -> integrin clustering -> stable focal adhesion
CDC42
Filopodia
Rac1
Lamellipodia
Inside-out signaling integrin
De cel kan reguleren of de integrins actief zijn en liganden binden.
Outside-in signaling integrin
Als de receptor een ligand bindt, vindt er signalering plaats die leidt tot veranderingen in genexpressie en celgedrag.
PARP1
Herkent een breuk in DNA
BRAC1
Repareren dubble-streng breuk via homologous recombination
Activatie MAPK/ERK pathway met EGFR
Ligand -> GRB2 -> SOS -> RAS
PTEN functie
PIP3 -> PIP2, waardoor pathway niet wordt geactiveerd
GPCR class A
Rhodopsin-like: Korte N-terminus en korte C-terminus, OL is in de 7-membranen bundel.
AL
Allostere bindingsplek, alle bindingsplaatsen behalve de OL
OL
Orthostere bindingsplek, bindsplaats van natuurlijk ligand
GPCR class B
Secretin-like: Lange N-terminus en korte C-terminus, OL is op de N-terminus.
GPCR class C
Glutamate-like: Lange N-terminus met 2 venus fly domain, dimeer 7-membraanbundel. OL is in de domain van de N-terminus.
Ga-S pathway
Adenylyl cyclase -> cAMP -> activated PKA -> CREB binding protein (CBP) -> gen expressie
Ga-Q pathway
PLC-b -> PIP2 -> IP3 en DAG -> Ca2+ en protein kinase C -> CaM kinase -> genexpressie
Development en progression steps in kanker
- Door het onderdrukken van de reactie op DNA-schade kunnen cellen gemuteerd DNA accumuleren.
- Groei voordeel = pro-proliferatie/anti-apoptosis genen activeren en/of anti-proliferatie/pro-apoptosis genen inactiveren
- Invasie van cellen in aangrenzende weefsels en infiltratie in bloedvaten.
- Overleving van gedissemineerde cellen in de buurt van verre doelorganen; metastase.
Canonical signaling
Wint ligand (wordt uitgescheiden in microenvironment) bindt op receptor -> B-catenin wordt niet afgebroken en gaat naar nucleus -> E-cadherin wordt afgebroken
Cadherin
zorgt voor cel-cel contact
Integrin
grote membraan receptoren die cellen de belangrijkste verbindende schakel vormen tussen cytoskelet en ECM.
Anoikis
Outside-in signaling: Geprogrammeerde celdood wanneer cellen loskomen v/d extracellulaire matrix. Erg belangrijk in endothelial cells minder in hematopoietic.
Inside-out integrin activatie
Talin of Kindlin binden -> cytoplasmic tails worden uit elkaar gehaald -> conformatie change
Outside-in direct integrin activatie
Directe signalering door de clustering van meerdere enzymen en substraten (e.g. FAK/Src).
Outside-in indirect integrin activatie
Indirecte signalering door transfosforylering/activatie van RTK’s (EGFR en PDGFR cross talk, Src-afhankelijk).
Synthetic lethality
Gen a en gen B moeten defect zijn, dan is het dodelijk. PARP/BRAC is z’n interactie.
Hypoxia in kankercellen
Antigenic switch: HIF-1a wordt niet meer afgebroken en gaat naar nucleus -> PDGF en MMP
PDGF
Cruciaal voor angiogenesis, zorgt dat er nieuwe bloedvaten gevormd worden, als HIF-1a de nucleus ingaat.
MMP
Hierdoor kunnen cellen door het basale membraan breken en bevorderen de tumorgroei.