CST - atherosclerosis Flashcards
Atherosclerosis
Chronische ontstekingsziekte als gevolg van endotheliale schade, cholesterol en immuunaccumulatie in de arteriële wand.
Cytokines
Intercellulaire boodschappers om de ontstekingsreactie te beheersen, pro of anti inflammatory
Chemokines
Chemotactische cytokines, verantwoordelijk voor de rekrutering van immuuncellen naar de plaats van ontsteking
Role cytokines in atherosclerosis
Cytokine imbalance tussen pro- en anti-inflammatory (meer pro) dat zorgt voor chronische immuunresponse.
Role cytokines in cancer
Immuunsysteem reageert niet normaal, te weinig response op tumor weefsel, immuun supressie.
Type I - Yc family cytokines
Gemeenschappelijke y chain, bestaat uit: IL-2, IL-4, IL-7, IL-9, IL-15, IL-21. Belangrijk voor development van T-cellen.
Type I - GM-CSF family cytokines
Gemeenschappelijke B chain, bestaat uit: GM-CSF, IL-3, IL-5.
Type I - IL-6 family cytokines
Gemeenschappelijke gp130 glycoprotein, bestaat uit: IL-6, IL-11, IL-27. Belangrijke pro-inflammatoire functies.
Type II - IL-10 family cytokines
Gemeenschappelijke intron-exon structuur, bestaat uit: IL-10, IL-19, IL-20, IL-22, IL-24, IL-26, IL-28, IL-29.
Type II - interferon family
Bestaat uit: IFN-a, IFN-b, IFN-y
SOCS1
Inhibeert JAK/STAT door direct aan JAK te binden.
SOCS3
Inhibeert JAK/STAT door de binding op het bindingdomein van gp130, waardoor JAK niet meer kan binden.
Strong infection met intracellulaire bacterie, APC produceert?
IL-12 en IL-18 dus Th1 cel
Worm of niet-intracellulaire bacterie, APC produceert?
IL-4 dus Th2 cel
Vorming Th1-cel
IL-12 -> STAT4 -> T-bet -> Th1 cel
Vorming Th2-cel
IL-4 -> STAT6 -> GATA3 -> Th2 cel
Vorming Th17-cel
IL-6, IL-1b, TNF-b -> STAT3 -> RORyt -> IL-23 receptor
Positieve chemotaxis
Een stof wordt op een bepaalde plaats uitgescheiden en cellen reageren op die stof en gaan langzaam naar de hoogste concentratie
Negatieve chemotaxis
Een afstotingsreactie, waarbij de cel zich verwijdert van een hoge concentratie
CC chemokines
Bestaat uit: CCL1-28, trekken aan: mononuclear cells, monocytes, dendritische cellen, memory t-cellen en basofielen
CXC chemokines
Bestaat uit: CXCL1-17, trekken aan: neutrofielen, monocyten, lymfocyten.
C chemokines
Bestaat uit: XCL1, XCL2, trekken aan: t cel precursors naar de thymus
CXXXC (CX3C) chemokines
Bestaat uit: CXC3CL1, trekt aan: t-cellen en monocyten
CC chemokine receptors
CCR1 - CCR11
CXC chemokine receptors
CXCR1 - CXCR7
CX3C chemokine receptors
CX3C1
ACKR chemokine receptors
ACKR1 - ACKR4, ACKR3 = CXCR7
Dry motif
Essentieel om ervoor te zorgen dat, na de binding van een ligand aan een receptor, het ligand een specifieke conformatie behoudt, waardoor het het downstream signaling kan activeren.
Rol CCR2 en CCL2 bij atherosclerosis
Deze chemokinen spelen een belangrijke rol bij het aantrekken van monocyten uit de bloedcirculatie naar plaques. Een verhoogde expressie vergroot de kans op athero ontwikkeling.
Rol CXCR4 en CXCL12 bij kanker
Verhoogde levels bij lage O2, rekruteren endothelial progenitor cellen die zorgen voor meer bloedvaten en metastase.
Interventiepunten om het chemokinesysteem therapeutisch te targeten:
- Blokkeren chemokine-receptor interactie.
- Blokkeren chemokine-GAG interactie.
- Interfereren downstream signaling.
- Inhiberen receptor recycling.
Two hit model IL-1b en IL-18
- Herkennen PAMP/DAMP door TLR, productie inactief inflammasome, pro-IL-1b en pro-IL-18.
- Activatie inflammasome, oligomerizatie NLRP3 en samenkomen ASC/ pro-caspase1, activering caspase 1, splitsing pro-IL-1b en IL-18.
TNF-a
pro-inflammatory, bestaat uit transmembraan vorm (mTNF-a) en soluble vorm (sTNF-a).
TACE enzym
Maakt het transmembraan TNF-a soluble waardoor het kan signaleren door TNFR1 en TNFR2.
Strategies targeting IL-1
- Anakinra = alternatieve receptor antagonist.
- Canakinumab = antibody dat IL-1b wegvangt
Anti TNF therapie
- Infliximab = vangt vrij TNF waardoor het niet kan binden.
2.
Ziektes TNF
reumatologie, dermatologie, gastro-enterologie, oogheelkunde
Ziektes Il-1
Trombose, chronische wonden, virale infecties, atherosclerosis, reuma
PAMPs
Niet-specifieke pathogene moleculaire structuren, die tot expressie worden gebracht door pathogenen.
DAMPs
Intracellulaire eiwitten of nucleinezuren die worden afgegeven door necrotische cellen.