coniunctivus/optativus/indicativus irrealis Flashcards
coni. in hz [geen kenmerk]
adhortativus; aansporing/bevel - vertaal met ‘laten’
coni. in hz [μή]
prohibitivus; verbod - vertaal met ontkennende imperativus
coni. in hz [vraagteken]
dubitativus; twijfel - vertaal met ‘moeten’
coni. in bz [ἀν; fut. in hz]
futuralis; 1 feit in de toekomst - vertaal met ‘zullen’
coni. in bz [ἀν]
generalis; 1 of meer feiten in het heden - vertaal met ‘steeds’/’telkens’
coni. in bz [hoofdtijd (=niet verleden tijd pv) in hz] [+ ἱνα/ὡς]
vertaal met ‘opdat/om te’ [coni. wordt niet op een specifieke manier vertaald, maar staat er ten gevolge van ἱνα/ὡς]
opt. in hz [geen kenmerk]
‘zuivere optativus’; wens - vertaal met ‘mogen’ (bijv. moge hij de vijand doden)
opt. in hz [ἀν]
potentialis; mogelijkheid - vertaal met ‘kunnen/zou kunnen’
opt. in hz [ἀν; in bz staat ook een opt. (zonder ἀν)]
vriendelijke meningsuiting - vertaal met ‘zou’
opt. in bz [historische tijd (=pv met augment of praesens historicum) in hz]
1) optativus obliquus (opt. van de indirecte rede); mededeling na voegwoorden ὡς/ὁτι
2) ἱνα - vertaal met ‘omdat/om te’
opt. in bz [geen kenmerken]
optativus iterativus; herhaald feit in het verleden - vertaal met ‘steeds/telkens’
indicativus in hz met ἀν [bz begint met ἐι]
indicativus irrealis; situatie die niet (meer) kan - vertaal met ‘zou’ (bijv. als ik rijk was, zou ik een zwembad kopen)