Conditionering Flashcards
stimulus-respons-leren
Complexere leervorm
Stimulus-respons-leren omvat klassieke en operante conditionering. Het gaat om het leren van verbindingen tussen stimuli en reacties.
Conditionering
een manier om te leren.
Hierbij maak je een verbinding tussen stimuli en respons
Klassieke conditionering
Klassieke conditionering (Pavlov) leert organismen (zowel mens als dier) welke signalen (stimuli) bepaalde reacties (responsen) oproepen. Voorbeeld: een hond leert te anticiperen op voedsel na het horen van een geluid of Little Albert Experiment
Vergroten kans op overleving
Operante conditionering
(Skinner)
leert verbanden tussen gedrag en de resultaten daarvan. Gedrag wordt bekrachtigd of bestraft, wat invloed heeft op toekomstige acties.
Hierbij leert iemand door de gevolgen NA het gedrag. Je beïnvloed gedrag door de gevolgen van dat gedrag aan te passen
Bijv. als iedereen hard lacht na het vertellen van een goed verhaal, dan zal dat verhaal vaker worden verteld. Of vragen stellen op de werkvloer/in het klaslokaal.
Neutrale stimulus
(NS)
Een neutrale stimulus is een stimulus die van nature geen reactie oproept (bijv. geluid of licht). Wanneer deze aan een reflexieve stimulus wordt gekoppeld, kan deze een aangeleerde respons oproepen.
Ongeconditioneerde stimulus
(UCS)
Een ongeconditioneerde stimulus is een stimulus die zonder conditionering een reflexieve respons oproept. In Pavlov’s experimenten was voedsel de UCS.
Ongeconditioneerde respons
(UCR)
Een ongeconditioneerde respons is de reactie die voortkomt uit een ongeconditioneerde stimulus zonder dat er geleerd hoeft te worden. Deze respons is aangeboren.
Verbinding UCS en UCR
Bestaat zonder te leren
Contiguïteit
Contiguïteit verwijst naar de herhaalde presentatie van een neutrale stimulus (NS) en een ongeconditioneerde stimulus (UCS) in een korte tijdsperiode. Deze nabijheid in tijd is cruciaal voor het leren van associaties, zodat de NS uiteindelijk een geconditioneerde stimulus (CS) wordt die een reactie oproept.
Wervingsfase in klassieke conditionering
In de wervingsfase wordt een neutrale stimulus (NS), zoals het geluid van een bel, herhaaldelijk samen met de ongeconditioneerde stimulus (UCS) aangeboden. Dit samen aanbieden wordt contiguïteit genoemd.
Overgang van neutrale stimulus naar geconditioneerde stimulus
Na herhaalde presentaties begint de neutrale stimulus (NS) een reactie op te roepen. Zodra het geluid van de bel (NS) leidt tot speekselafscheiding, is het nu een geconditioneerde stimulus (CS).
Wat is een geconditioneerde respons (CR)?
is de reactie die wordt opgeroepen door de geconditioneerde stimulus (CS). In Pavlov’s experiment is de speekselafscheiding de CR die voortkomt uit de CS (bel).
Wanneer is er spraken van leren?
Leren in klassieke conditionering vindt plaats wanneer de neutrale stimulus (NS) verandert in een geconditioneerde stimulus (CS) na herhaalde associatie met een ongeconditioneerde stimulus (UCS).
Waarom is timing belangrijk
Voor effectieve conditionering moeten de CS en UCS snel na elkaar aangeboden worden. Bijv. de bel (CS) moet onmiddellijk gevolgd worden door het voedsel (UCS) om de associatie te versterken.
Wat is er geleerd uit het Pavlov onderzoek
het aangeleerde gedrag bij honden ook weer konden laten verwijderen door gedurende een aantal pogingen alleen de CS (het geluid) aan te bieden en de UCS (het voedsel) achterwege te laten. Dit wordt ook wel de extinctie (uitdoving) genoemd. Als een uitgedoogde geconditioneerde respons na een rustperiode weer terugkomt, noemen we dat een spontaan herstel. Bijv. Klara heeft sinds haar therapie geen last meer van angst voor kleine ruimtes. Als ze begint aan een nieuwe baan, krijgt ze hier wel weer last van.