Collocation semester 1 Flashcards

1
Q

Une accusation

= de kamer van inbeschuldegingstelling

A

La chambre des mises en accusation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Une affaire

  • een rechtzaak
  • de grond van een zaak
A
  • Une affaire judiciaire
  • Le fond d’une affaire
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Une amende

= een boete opleggen

A

Infliger une amende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Un appel
- In beroep gaan (tegen) 3 keer
- De rechtbank in hoger beroep

A

Aller en appel (de)

Faire appel (de)

Interjeter appel (de)

La juridiction d’appel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Une arme

= het moordwapen

A

L’arme du crime

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

un arrêt1

  • Een arrest vernietigen
  • Een arrest uitspreken
A
  • Casser un arrêt
  • Rendre un arrêt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Un arrêt 2

  • Een aanhoudings-, arrestatiebevel
  • Een arrestattiebevel uitvaardigen
  • Iemand arresteren
A
  • Un mandat d’arrêt
  • Délivrer un mandat d’arrêt
  • Placer qqn sous mandat d’arrêt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Un assassinat

  • Een moord plegen
  • Een moordpoging
A
  • Commettre un assassinat
  • Une tentative d’assassinat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Une attaque

= een gewapende overval

A

Une attaque à main armée

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Une atteinte

  • Inbreuk/aanranding op de eerbaarheid voor zedenfeiten
  • Inbreuk op de fysieke integriteit
  • Inbreuk op de eigendom
A
  • Une/pour atteinte aux bonnes mœurs
  • Une atteinte à l’intégrité physique
  • Une atteinte à la propriété
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Un auteur

= de vermoedelijke dader

A

L’auteur présumé

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Un aveau

= bekennen

A

Passer aux aveux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cambrioler

= in een huis inbreken

A

Cambrioler une maison

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Carcéral

= een gevangenisstraf

A

Une peine carcérale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Un casier

= het strafblad

A

Le casier judiciaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Une cassation

  • Het cassatieberoep, de voorziening
  • In cassatie gaan
A
  • Le pourvoi en cassation
  • Se pourvoir en cassation
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Casser

= Een arrest vernietigen

A

Casser un arrêt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Une chambre

  • De raadkamer
  • De kamer van inbeschuldigingstelling
A
  • La chambre du conseil
  • La chambre des mises en accusation
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Une circonstance

  • Verzachtende omstandigheden
  • Verzwarende omstandigheden
A
  • Des circonstances atténuantes
  • Des circonstances aggravantes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Commettre

  • Een overtreding begaan
  • Doodslag plegen
A
  • Commettre une infraction
  • Commetre un meutre
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Comparaître

  • Voor de rechtbank verschijnen
  • Voor het hof verschijnen
A
  • Comparaître devant le tribunal
  • Comparaître devant la cour
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Une comparution

  • De verschijning voor (het hof)
A
  • La comparution devant (la cour)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Compétent, -e
- Bevoegd zijn voor

A

être compétent pour

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Condamner

  • Iemand tot een straf veroordelen
  • In eerste aanleg veroordelen
  • In beroep veroordelen
A
  • Condamner qqn à une peine
  • Condamner en premier ressort
  • Condamner en appel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Contraventionnaliser - een wanbedrijf omzetten in een overtreding
COntraventionnaliser un délit
26
Contrôle Een controle uitvoeren
Effectuer un contrôle
27
Convoquer Een getuige oproepen
Convoquer un témoin
28
Correctionnaliser Een misdaad correctionnaliseren
Correctionnaliser un crime
29
Un coup - Slagen en verwondingen -Slagen
- Coups et blessures - Donner des coups
30
Une cour -Het hof van beroep - Het hof van assisen - Het Hof van cassatie
- La cour d'appel - La cour d'assises - La Cour de cassation
31
Un crime - De misdaad - De plaats van delict - De reden voor het misdaad - Een misdaad tegen de Staat
- Le crime -Le lieu du crime - Le mobile du crime - Un crime contre l'État
32
Déférer De verdachte overdragen aan het...
Déférer le suspect au parquet
33
Délictueux, -euse Een strafbaar feit
Un fait délictuex
34
La déliquance De jeugdcriminaliteit
La déliquance juvénile
35
Un délit - Het wanbedrijf - Een zwaar misdrijf - Een klein misdrijf - Op heterdaad betrappen
- Le délit - Un délit grave - Un délit mineur - Prendre en flagrant délit
36
Descendre Zich ter plaatse begeven
Descendre sur les lieux
37
Descente - Binnenvallen
Faire une descente
38
Une détention 2 - Verboden wapenbezit - Drugsbezit
- La détention d'armes prohibées - La détention de drogues
39
Un droit - Het gemene recht - Het strafrecht - Het privaatrecht - Het publiekrecht - Recht hebben op
- Le droit commun - Le droit pénal - Le droit privé - Le droit public - Avoir droit à
40
Une empreinte Vingerafdrukken
Des empreintes digitales
41
Un emprisonnement Een gevangenisstraf
Une peine d'emprissonement
42
Enfreindre De wet overtreden
Enfreindre la loi
43
Enlever Een kind ontvoeren
Enlever un enfant
44
Enquêter Iets onderzoeken
Enquêter sur qqch
45
équitable (adj) Een rechtvaardig process
Un procès équitable
46
Un établissement Een strafinstelling
Un ^ pénitentiaire
47
Un excès Een snelheidsovertreding
Un excès de vitesse
48
Un fait Een strafbaar feit
Un fait délictueux
49
Filature Iemand schaduwen
Prendre qqn en filature
50
Filer Een verdachte schaduwen
Filer un suspect
51
Un hold-up Een overval plegen
Commettre un hold-up
52
Un homicide - Een onvrijwillige/ onopzettelijke doding - Een vrijwillige/opzettelijke doding
- Un homicide involontaire - Un homicide volontaire
53
Un incendie Een brandstichting
Un incendie criminel
54
Un indice Aanwijzingen verzamelen
Relever des indice
55
Une infraction - Een wetsovertreding - Een verkeersovertreding - Een misdrijf begaan
- Une infraction à la loi - Une infraction de roulage - Commettre une infraction
56
Une innocence Het vermoeden van onschuld
La présomption d'innocence
57
Innocent, -e Vermoedelijk onschuldig zijn
être présumé innocent
58
Une instruction Een onderzoeksrechter
Un juge d'instuction
59
Judiciaire (adj.) - Een rechtszaak - Het rechtarrondissement - De gerechtelijke instanties - Het gerechtelijk kanton - een " dwaling - een " vervolging - De rechterlijke macht - Een " onderzoek
- Une affaire judiciaire -L'arrondissement judiciaire - Les autoritées judiciaires - Le canton judiciaire - Une erreur judiciaire - Une poursuite " - Le pouvoir " - Une procédure "
60
Un juge - Een onderzoeksrechter - een vrederechter - een kortgedingrechter
- un juge d'instruction - Un juge depaix - Un juge des référés
61
Un jugement Een vonnis uitspreken
Prononcer un jugement
62
Juger Een zaak berechten
Juger une affaire
63
Une juridiction - De rechtbank in hoger beroep - Een zaak bij een rechtbank aanghangig
La juridiction d'appel Saisir une juridiction d'une affaire
64
Juridique (adj.) De rechtsbijstand
L'aide juridique
65
Une justice - Het vredegerecht - De gerechtskosten - Gerechtigheid eisen - Zich wenden tot het recht - Recht spreken
- La justice de paix - Les frais de justice - Réclamer justice - Recourir à la justice - Rendre justice
66
Une libération Een voorwaardelijke "
Une libération conditionnelle
67
Une liberté - De vrijheidsbenemende straf - De vrijheid beroven - Invrijheidstellen
- La peine privative de liberté - Priver de liberté - Remettre en liberté
68
Un lieu - Op de plaats van delict - Op de plaats van delict - Zich ter plaatse begeven
- Sur le lieu du crime - Sur les lieux du crime - Descendre sur les lieux
69
Un litige - Een geschil beslechten - " oplossen - " beslechten
- Régler un litige - Résoudre un litige - Trancher un litige
70
Une loi - De wet toepassen - " treedt in werking - " bepaalt - " is van toepassing op
- Appliquer la loi - Une loi entre en vigueur - Une loi stipule - Une loi s'applique à
71
Lutter strijden tegen
Lutter contre
72
Une magistrature - De zittende magistratuur - De staande magistratuur - De zittende magistratuur
- La magistrature assise - La magistature debout - La magistrature du siège
73
Un mandat - Een aanhoudings-, arrestatiebevel - Een huiszoekingsbevel - Een arrestatiebevel uitvaardigen - Een arrestatiebevel opheffen - Iemand arresteren
- Un mandat d'arrêt - Un mandat de perquisition - Délivrer un mandat d'arrêt - Lever un mandat d'arrêst - Placer qqn sous mandat d'arrêst
74
Une mesure - Een preventiemaatregel - Maatregelen nemen, treffen
- Une mesure de prévention - Prendre des mesures
75
Une meurtre Doodslag plegen
Commetre un meurtre
76
Un minestère Het openbaar ministerie
Le ministère public
77
Un mobile Het motief voor het misdrijf
Le mobile du crime
78
Nier De feiten ontkennen
Nier les faits
79
Un non-lieu - Een beschikking tot buitenvervolgingstelling - Een " uitspreken
- Une ordonnance de non-lieu - Rendre un non lieu
80
Un ordre - de ordediensten - De ordehandhaving
- Les forces de l'ordre - Le maintien de l'ordre
81
Un otage - Een gijzelnemer - Een gijzeling - Gijzelen
- Un preneur d'otage - Une prise d'otage - Prendre en otage
82
Un parquet De verdachte overdragen aan het parket
Déférer le suspect au parquet
83
Une partie - De tegenpartij - De verwerende partij - De eisende partij
- La partie adverse - La partie défenderesse - La partie demanderesse
84
Une peine - Een gevangenisstraf - Een correctionele straf - Een criminele straf - Een rechtvaardige straf - De vrijheidsbenemende straf - Een gevangenisstraf - Een politiestraf - Een gevangenisstraf - De strafuitvoeringsrechtbank - Veroordelen tot een straf - Een straf vorderen
- Une peine carcérale - Une peine correctionnelle - Une peine criminelle - Une peine juste - La peine privative de liberté - Un peine d'emprisonnement - Une peine de police - Une peine de prison - Le tribunal de l'application des peines - Condamner à une peine - Requérir une peine
85
Pénal, -e - Een strafbemiddeling - Een strafvervolging - Een strafrechtbank
- Une médiation pénale - Une poursuite pénale - Un tibunal pénal
86
Une perquisition - Een huiszoekingsbevel - Een huiszoeking doen
- Un mandat de perquisition - Effectuer une perquisition
87
Une police - De lokale politie - De federale politie - De politierechtbank - Een politiezone
- La police locale - La police fédérale - Le tibunal de " - Une zonde de "
88
Une poursuite Een gerechtelijke vervolging
Un poursuite judiciaire
89
Un pourvoi Het casssatieberoep, de voorziening
Un pourvoi en cassation
90
Pourvoir In cassatie gaan
Se pourvoir en cassation
91
Une préméditation - Met voorbedachte rade - Zonder "
Avec préméditation Sans "
92
Une présomption - Het vermoeden van goede trouw - Het vermoeden van onschuld
- La présomption de bonne foi - " d'innocence
93
Présumé, -ée - De vermoedelijke dader - Vermoedelijk onschuldig zijn
- L'auteur présumé - être présumé innocent
94
Une prévention Preventiemaatregelen
Des mesures de prévention
95
Un principe Het beschikkingsbeginsel
Le pincipe dispotif
96
Une prison - De levenslange opsluiting - In de gevangenis opsluiten
- La prison à perpétuité - Mettre en prison
97
Une procédure - Een gerechterlijk onderzoek - Een procedure fout - Een procedure fout - Een procedure starten
- Une procédure judiciaire - Une erreur de " - Un vice de " - Entamer une "
98
Un procès - Een assisenproces - een rechtvaardig proces - Een strafproces
- Un procès d'assises - " équitable - " pénal
99
un procès-verbal - Een " opstellen - Een " opstellen
- Dresser un procès-verbal - Rédiger "
100
Un procureur De procureur des Konings
Le procureur du Roi
101
Prononcer - Een straf uitspreken - Een vonnis uitspreken
- Prononcer une peine - Prononcer un jugement
102
Public, -ique - De openbare orde - De openbare orde verstoren
- L'orde public - Troubler l'orde public
103
Punissable Strafbaar met
Punissable de
104
Un rapt Een ouderlijke, parentale ontvoering
Un rapt parental
105
Un recel De heling van gestolen goederen
Le revel de marchandises volées
106
Une réclusion De levenslange opsluiting
Une réclusion à perpétuité
107
Une regle - Een rechtsregel - Een procedureregel - Een regel van toepassing op - Een regel toepassen - Een regel schenden
- Une règle de droit - " de procédure - " applicable à - Appliquer une règle - Violer une règle
108
Requérir Een straf vorderen
Requérir une peine
109
Ressort (aanleg) - In 1ste aanleg - In 2de aanleg, in beroep
En premier ressort En dernier ressort
110
Ressort (rechtsgebied)
Un ressort judiciaire
111
Statuer De rechter beslecht (een geschil)
Le juge statue (sur un litige)
112
Une surveillance Het electonisch toezicht
La surveillance électonique
113
Un suspect - Een verdachte opspoten - Een verdachte schaduwen
- Rechercher un suspect - Filer un suspect
114
Un tapage Het nachtlawaai
Le tapage nocturne
115
Un tort Iemand benadelen
Causer un tort à qqn
116
Une trace Aanwijzingen verzamelen
Relever des traces
117
Un traffic Drugshandel
Le trafic de drogue
118
Une traite Mensenhandel
La traite des êtres humains
119
Trancher Een geschil beslechten
Trancher un litige
120
Transgresser De wet overtreden
Transgresser la loi
121
Une transgression Een overtreding van de wet
Une transgression de la loi
122
Un travail Een werkstraf
Une peine de travail
123
Un tibunal - De burgerlijke rechtbank - De correctionele rechtbank - De famillie " en jeugdrechtbank - Een strafrechtbank - De politierechtbank - Een rechtbank van eerste aanleg - De strafuitvoeringsrechtbank - Voor de rechtbank verschijnen
- Le tribunal civil - Le tribunal correctionnel - Le " de la famille et de la jeunesse - Un tibunal de police - Un tribunal de premieère instance - Le " de l'application des peines - Comparaître devant le tribunal
124
Un vice Een procedurefout
Un vice de procédure
125
Un victime Het slachtoffer zijn van
être victime de
126
Une violation De schending van de mensenrechten
La violation des droits de l'homme
127
Un vol - Een eenvoudige diefstal - Een gewapende overval
- Un vol simple - Un vol à main armée