College 4 Flashcards

1
Q

Wat is identiteit?

A

het antwoord op de vraag “wie ben ik?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee soorten identiteit zijn er?

A
  1. Personal identity: wie denk ik dat ik ben, en wat vertel ik tegen anderen.
  2. Social identity: wat denken andere over mij, en wat vertellen anderen over mij.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is identity construction

A

Jezelf vormen door een constant dialoog met jezelf en met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de vier fasen van identiteitsvorming volgens het identity status model?

A
  1. Identity achievement: Je hebt voor jezelf bepaald hoe je wilt zijn, na lang gezocht te hebben.
  2. Identity foreclosure: je hebt voor jezelf bepaald hoe je wilt zijn, zonder onderzoek te hebben gedaan (van thuis meegekregen)
  3. identity moratorium: Je hebt nog niet bepaald wat je identiteit is, maar je bent wel onderzoek aan het doen. (zoekende)
  4. Identity diffusion: Je hebt nog niet bepaald wat je identiteit is, maar je bent ook nog geen onderzoek aan het doen. (nog niet klaar voor)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is kritiek op het identity status model?

A

Identiteit is een levensproces, het is niet ineens klaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe was identiteit vroeger? En door welke 4 factoren werd identiteit vroeger bepaald?

A

Vroeger was identiteit “echt”. Werd gemaakt tijdens je jeugd.
1. Nationaliteit
2. Religie
3. Etniciteit
4. Klasse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe is identiteit nu anders dan vroeger?

A

Door blootstelling aan internet en reizen ligt je identiteit nu niet meer vast, maar is dynamisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn possible selves

A

Identiteiten die je denkt dat je in de toekomst zal zijn, ze vormen de rode draad voor doelen en motivaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zijn possible selves positief of negatief? geef voorbeelden

A

beide, positief: wat wil ik worden
negatief: wat wil ik niet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 3 selves zijn er? en leg uit

A

Actual self: hoe je echt bent en hoe andere jou zien
True self: wat je wilt bereiken en realistisch is
ideal self: wie je in de ideale situatie bent, niet bereikbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen online identity en identity online

A

Online identity kies je zelf, identity online is een representatie van jezelf op het internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn identiteits experimenten?

A

Experimenten met wie je bent, door online je anders voor te doen, of bepaalde dingen weg te laten over jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly