College 2: hoofdstuk 3 (Burgers) 5 (Eemeren) Flashcards
Enkelvoudige argumentatie
- meest eenvoudige argumentatie structuur
- onafhankelijke argument
Redenering waarbij 1argument wordt gebruikt om het standpunt te verdedigen.
Meervoudige argumentatie
- onafhankelijke argumenten
Redenering waarbij minimaal 2 argumenten worden gebruikt om het standpunt te verdedigen.
Onderschikkende argumentatie
- Vormen een keten
- Weerleggen 1 argumentatie genoeg
Redeneringen waarin er een relatie is tussen de argumenten onderling.
Complexe argumentatie
Sprake van een combinatie van onderschikkende en meervoudige argumenten.
Contra-argumenten
(kunnen gericht zijn tegen een standpunt, of tegen een argument, of tegen een onderschikkend argument of juist een contra-argument)
Argumenten die een standpunt aanvallen.
Verschil van mening is expliciet
Zowel het standpunt als de kritiek daarop worden uitdrukkelijk onder woorden gebracht.
Verschil van mening is impliciet
Maar één van de partijen komt aan het woord.
Positieve, neutrale en negatieve standpunten
De verwoording van een kwestie
Positieve, neutrale en negatieve standpunten
De verwoording van een kwestie geeft de propositie (/bewering) weer die de inzet vormt van het verschil van mening.