college 13 tm 18 aanvulling Flashcards
nadelen premieregulering
risicosolidariteit, Als je premieregulering toepast, dan ontstaat er risicoheterogeniteit. Alle verzekerden komen in dezelfde premierisicogroep terecht. Er zijn dus mensen die weten dat ze meer premie betalen dan dat ze naar verwachting aan kosten hebben (en andersom). Dat geeft prikkels tot risicoselectie: zowel voor de verzekerden (lage risico’s nemen niet deel aan de verzekering) als voor de verzekeraars (hoge risico’s worden voor de verzekering geweigerd).
5 hoofdvormen risicoselectie
• Selectie door verzekerden (anti-selectie)
1. Via keuze wel/geen verzekering (zie eerder college)
2. Via keuze omvang/kwaliteit verzekeringsdekking (verschillende sterren polissen)
• Selectie door verzekeraars (dit college)
3. Via acceptatiebeleid (i.e. selectie aan de poort) hoog risico, die mensen accepteert men niet voor verzekering. Winstgevend wel welkom, voorspellend verliesgevend niet welkom.
4. Via productdifferentiatie (e.g. vormgeving van zorgpolissen) polis aantrekkelijk voor mensen met laag risico, maar niet voor mensen met hoog risico.
5. Via andere wegen (e.g. marketing, klantenservice etc.)
nadelige effecten risicoselectie
zie aantekeningen TABEL
risicoselectie tegenaan als gevolg op verbod premiedifferentiatie
Verdere regulering:
• Standaard verzekeringsdekking (naarmate deze meer is gestandaardiseerd zijn er minder mogelijkheden tot productdifferentiatie)
• Verzekeringsplicht (alle burgers worden verplicht gesteld zich te verzekeren)
• Acceptatieplicht (verzekeraars moeten ongeacht risico iedereen accepteren. Geen selectie aan de poort meer)
Subsidies:
• Kostenafhankelijke subsidies
• Risicoafhankelijke subsidies
risicoafhankelijke subsidies zijn cruciaal omdat
- In een situatie zonder premieregulering zijn risicoafhankelijke subsidies nodig om verzekeringen betaalbaar te maken voor mensen met hoge verwachte kosten (met behoud van prikkels tot doelmatigheid)
- In een situatie met premieregulering zijn risicoafhankelijke subsidies nodig om risicoselectie door verzekeraars tegen te gaan (met behoud van prikkels tot doelmatigheid).
Modaliteit A: vouchermodel
- bijdrage van consument naar subsidiefonds
- subsidie van subsidiefonds naar consument
- premie van consument naar verzekeraar
(door bijdrage inkomensafhankelijk te maken ontstaat naast risicosolidariteit ook inkomenssolidariteit )
Modaliteit B: externe risicoverevening
- bijdrage van consument naar subsidiefonds
- subsidie van fonds naar verzekeraar
- consument betaalt prijs - subsidie aan verzekeraar
Modaliteit C: interne risicoverevening
- bijdrage van consument naar verzekeraar naar subsidiefonds
- subsidie van fonds naar verzekeraar
- consument betaalt premie - subsidie aan verzekeraar
criteria voor vereveningskenmerken
• Juiste prikkels
Risicofactor moet een voorspellende waarde hebben voor de zorgkosten. Het moet iets zeggen over de verwachte kosten.
o Vermindering prikkels tot risicoselectie
o Behoud prikkel tot doelmatigheid
• Juiste verevening
o Validiteit (hij moet meten wat je wil meten/weten)
o Geen compensatie voor risicofactoren waarvoor solidariteit ongewenst is (bijvoorbeeld: leefstijl verzekerden, praktijkstijl aanbieders, ondergebruik)
• Uitvoerbaarheid
o Gegevens beschikbaar voor de hele populatie (anders hele hoge transactiekosten, als het überhaupt mogelijk is. Een gezondheidsenqeute is niet goed genoeg, het is interessant, maar is niet uitvoerbaar, het is niet voor iedereen beschikbaar).
o Voldoende draagvlak (genoeg mensen die mee moeten willen werken, bv huisartsen voor verzamelen gegevens die nodig zijn om bepaalde risicofactor mee te nemen)
verantwoordelijkheid verevening
ZiN
3 overeenkomsten recht
o Patiënt/cliënt/opdrachtgever – Hulpverlener = Geneeskundige behandelingsovereenkomst
o Verzekeringnemer/verzekerde – Zorgverzekeraar = Zorgverzekeringsovereenkomst
o (Natura)zorgverzekeraar – Zorgaanbieder = Zorginkoopovereenkomst
elementen begrip verzekering
- Premie
- Uitkering (m.i.v. een prestatie anders dan een uitkering in geld)
- Onzekerheid (verzekering geeft hier meer zekerheid aan)
mededelingsplicht
- Plicht is beperkt tot wat verzekeringnemer kent of behoort te kennen. (hoe oud is de auto?)
- Plicht is beperkt tot feiten waarvan verzekeringnemer weet, of waarvan hij behoort te begrijpen, dat zij voor de verzekeraar van belang (kunnen) zijn.
- Plicht omvat niet feiten die verzekeraar kent of behoort te kennen, en evenmin feiten die niet tot een voor de verzekeringnemer ongunstiger beslissing zouden hebben geleid.
premieplicht
Niet-nakomen van verplichting tot betalen van de premie leidt tot beëindiging van de overeenkomst of schorsing van de dekking, nadat de schuldenaar na de vervaldag ovv de gevolgen van het uitbetalen vruchteloos is aangemaand tot betaling binnen een termijn van 14 dagen, beginnende de dag na de aanmaning
meldplicht
o Spoedige beoordeling uitkeringsplicht, treffen schadebeperkende maatregelen, evt. verzamelen van tegenbewijs.
o Igv niet-nakoming meldingsplicht: aanspraak op schadevergoeding verzekeraar kan evt verrekend worden met uitkeringsplicht. Verval van uitkering in geval van niet-nakoming als gevolg van opzettelijke misleiding.
bereddingsplicht
• Zodra de verzekeringnemer of de verzekerde van het risico of het ophanden zijn daarvan op de hoogte is, of behoort te zijn, is elk hunner, naar de mate hij daartoe in de gelegenheid is, verplicht binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van de schade kunnen leiden. Verzekeraar vergoedt kosten te nemen maatregelen en schade aan zaken daarbij ingezet. (art. 7: 957 lid 1en 2 BW). I.e. de bereddingsplicht.
ADR
Alternative dispute resoluten
volgorde na burgerlijke rechter
rechtbank, gerechtshof, hoge raad
nadelen burgerlijke rechter
- Tijdrovend
- Kostbaar
- Beëindigt geschillen, maar lossen ze niet op.
ADR voordelen
o Snel o Goedkoper dan overheidsrechtspraak (maar niet altijd) o Kán geschillen oplossen o Laagdrempelig en informeel o Niet-openbaar o Deskundigheid
vormen ADR
- mediation (bemiddeling)
- arbitrage
- bindend advies
mediation
Erop gericht om, in onderhandeling onder leiding van een onpartijdige derde, op basis van een inventarisatie van de wederzijdse belangen, tot een eigen, op maat gesneden, snelle en duurzame oplossing te komen.
- Beide partijen moeten trouw zijn, niet 1 partij moet kiezen voor mediation, omdat die weet dat ze daar toch wel doorheen zullen komen en dan worden doorgestuurd naar de rechter.