College Flashcards
Wat is het verschil tussen acuut en chronisch nierfalen?
Acuut nierfalen, ook wel acute kidney injury (AKI) = achteruitgang gedurende uren / dagen.
Chronisch nierfalen, chronic kidney disease (CKD) = moet langer dan 3 maanden (>3 maanden) aanwezig zijn.
Welke hoofdvormen van acuut nierfalen (nierinsufficiëntie) zijn er?
Worden in de praktijk verdeeld in:
- prerenaal: verminderd aanbod aan de nier –> nier is in principe niet beschadigd, moet alleen omgaan met sterk verminderd aanbod. Komt vaak in de praktijk voor.
- renaal (intrinsiek): beschadiging van de nier zelf
- postrenaal: afvloedbelemmering nier, zodanig dat de nierfunctie gestoord is.
Wat is de meest voorkomende oorzaak van prerenale nierinsufficiëntie?
Verlies van extracellulair volume (kan door verminderde intake, verhoogd verlies of een combinatie van beide) –> denk aan patiënt op een warme dag die niet drinkt maar wel plastabletten gebruikt; dit kan op de lange termijn leiden tot prerenale nierinsufficiëntie.
Wat zie je vaak bij patiënten met een prerenale nierinsufficiëntie?
Dat het natrium in de urine verlaagd is, de nier probeert namelijk te compenseren door meer water (en dus zout) vast te houden. Daarom ook verlaagde urineproductie en geconcentreerd.
Wat is een ander oorzaak voor prerenale nierinsufficiëntie?
Ernstig hartfalen
Wat zijn belangrijke oorzaken voor renale nierinsufficiëntie?
Kunnen dit onderverdelen in 4 belangrijke hoofdoorzaken:
- Glomerulair: acute (rapidly progressive) glomerulonefritis of trombose
- Tubulair: acute tubulusnecrose (ATN) als gevolg van ischemie of door toxines of combinatie hiervan
- Interstitiële nefritis
- Vasculaire ziekten zoals vasculitis of occlusie (trombose of embolus)
Wat is acute tubulus necrose?
Zie je vaak bij ernstig zieke patiënten; oorzaak is vaak ischemisch: stoornissen zuurstofvoorziening nier zoals shock die je niet meteen goed gecorrigeerd krijgt (hemorrhagisch, cardiogeen of septisch).
In eerste instantie zie je dat deze hypovolemie eerst tot prerenale nierinsufficiëntie leidt, maar als de behandeling niet succesvol is kan ATN ontstaan door een ernstig zuurstoftekort van de nier.
Hoe komt het dat met name de tubuli gevoelig zijn voor die ischemie?
De doorbloeding van de nierschors (waar de glomeruli in liggen) is veel beter dan in het niermerg (tubuli). Daarom het meest gevoelig voor ischemie (schade).
Casus ATN: 70 jarige patiënt met ernstige (pneumokokken) pneumonie, opname op de IC i.v.m. sepsis; heeft lage bloeddruk en moet beademd worden i.v.m. ernstige kortademigheid, krijgt ook AB i.v.
Na behandeling gaat het weer goed, wat is kenmerkend voor ATN?
Je ziet vaak dat de nierfunctie bij ATN goed kan herstellen, in de meerderheid van de gevallen herstelt de nierfunctie als de behandeling goed is.
Voorbeeld van postrenale nierinsufficiëntie: 85-jarige patiënt wordt in verwarde toestand binnengebracht, pijn in de onderbuik, serum kreatinine van 400 micromol/liter; bij palpatie van de onderbuik een pijnlijke zwelling.
Wat is er aan de hand?
Blaasretentie (uitgezette blaas), na inbrengen urinekatheter loopt uiteindelijk meer dan 1200 ml urine af. Later blijkt bij rectaal toucher de prostaat zeer sterk vergoot (BPH)
Later verbeterd de nierfunctie ook weer
Diagnose: postrenale nierinsufficiëntie door blaasretentie bij BPH.
Wat is de rol van echografie in AKI?
Als je onderscheid wil maken tussen prerenale nierinsufficiëntie niet relevant, wel bij vaststellen bijvoorbeeld hydronefrose (uitzetten nierkelken) bij postrenale oorzaak.
Hoe kun je door middel van het urinesediment indruk krijgen over de oorzaak van CKD?
- eerste instantie belangrijk om te kijken naar proteïnurie. Proteïnurie ontstaat door beschadiging van de glomerulaire filtratie barrière of verlies van lading.
Glomerulaire filtratie barrière bestaat uit endotheel, basaalmembraan en podocyten (epitheel).
- Belangrijk om te kijken naar erytrocyten en hier onderscheid in te maken. Bij urologische oorzaken zie je vaak monomorfe hematurie (erytrocyten uniform), bij dysmorf beschadigd (variatie) doordat de door de filtratie barrière zijn geperst en daardoor beschadigd zijn geraakt. Hierdoor kan een erytrocyten cilinder ontstaan (in ureter). Dysmorf wijst dan ook op glomerulair probleem.
Hoe bepaal je de nierfunctie bij chronisch nierfalen?
- Gouden standaard die je in de kliniek nooit toepast = inulineklaring (alleen voor research)
- maken meestal gebruik van serum markers (kreatine [afbraak product van de spieren], cystatine)
Bij chronisch nierfalen wordt dan in eerste instantie gebruikt gemaakt van de CKD-EPI formule, waarbij uit de kreatine klaring de glomerulaire filtratiesnelheid wordt geschat (eGFR)
Wat in de praktijk ook nog wel vaak gedaan wordt is kijken naar de 24 uurs urine (hoeveel kreatinine zit daarin)
Waar moet je rekening mee houden bij de eGFR?
Werkt over het algemeen oké bij mensen met een gemiddelde lichaamssamenstelling, bij sterke afwijkingen (heel gespierd) kan het leiden tot onderschatting of overschatting (weinig spiermassa) van de eGFR
Hoe delen we de eGFR ter diagnostiek van CKD in?
GFR criteria:
- > 90 ml/minuut en normoalbuminurie = No CKD; >90 ml/minuut en micro-/macroalbuminerie = stage 1
- 60-75 ml/minuut en normoalbuminurie = No CKD; 60-75 ml/minuut en micro-/macroalbuminerie = stage 2
- 30-60 ml/minuut = stage 3
- 15-30 ml/minuut = stage 4
- <15 ml/minuut = stage 5 (dialyse of niertransplantatie)
In de praktijk wordt dit niet vreselijk vaak gebruikt.